ACTIVITEITDETECTOR
Druk op de toets die geprogrammeerd is als [Activiteitdetector]
om activiteitdetector in of uit te schakelen. Als er een gebeurtenis
optreedt terwijl Activiteitdetector is ingeschakeld, bijvoorbeeld als
de zendontvanger in de kantel- of stationaire positie blijft of langer in
beweging is dan de vooraf ingestelde tijd, gaat de zendontvanger over
op de Noodmodus.
Opmerkingen:
Wanneer Activiteitdetector is uitgeschakeld en de zendontvanger wordt
◆
vervolgens uit en weer ingeschakeld, wordt Detectie van activiteit
automatisch ingeschakeld.
Controleer wanneer u deze functie gebruikt of deze werkt voordat u de
◆
zendontvanger opneemt.
■ Terugstellen activiteit
Terwijl de Activiteitdetector actief is, druk op de toets die
geprogrammeerd is als [Activiteit terugstellen] om de teller
van de activiteitdetector terug te stellen. Op die manier kunt u
een gekantelde of stationaire positie behouden zonder dat de
Noodmodus nodeloos wordt geactiveerd.
SCRAMBLER/ CODERING
Druk op de toets geprogrammeerd als [Scrambler/ Codering] of
open het menu {pagina 12} om de zendontvanger over te schakelen op
beveiligde (gecodeerde) zending.
•
Druk op de PTT-schakelaar nadat u de Scrambler-functie hebt ingeschakeld
om het gezonden signaal te coderen.
N-24