■ Stuncode
Deze functie wordt gebruikt als de zendontvanger gestolen of
kwijt is. Wanneer de zendontvanger een oproep ontvangt die
een stuncode bevat, wordt de zendontvanger uitgeschakeld.
De Stuncode wordt geannuleerd als de zendontvanger een
deblokkeercode ontvangt.
NOODOPROEPEN
Als u zendontvanger is geprogrammeerd met een noodfunctie, dan kunt
u noodoproepen maken.
1
Houd de toets geprogrammeerd als [Nood] ingedrukt.
•
Vraag uw dealer hoe lang deze knop moet worden ingedrukt voordat de
zendontvanger overgaat op de noodmodus.
•
Als de zendontvanger overgaat op de noodmode schakelt de
zendontvanger naar het noodkanaal en zendt zoals uw zendontvanger is
ingesteld door uw dealer.
2
Om de noodmodus te verlaten houdt u opnieuw de toets [Nood]
ingedrukt.
•
Als de noodmodus het ingestelde aantal cycli doorlopen heeft, eindigt
de noodmode automatisch en keert de zendontvanger terug naar de
zone en het kanaal die waren ingesteld voor er naar de noodmode werd
geschakeld.
Opmerkingen:
Uw dealer kan de zendontvanger zo instellen dat deze een toon uitzendt
◆
bij zending in de noodmodus.
Uw dealer kan de zendontvanger zo instellen dat deze normaal tonen
◆
uitzendt en signalen ontvangt of dat de luidspreker uitschakelt tijdens
noodbediening.
[Nood] kan alleen worden geprogrammeerd op de hulptoets (oranje) en
◆
de optionele toets luidspreker/microfoon PF1 (oranje).
N-23