voorkomen dat er te veel schuim
ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
8. DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Draai de programmaschakelaar tot de
programmamarkering op één lijn staat
met het programma dat u wilt
instellen. U dient het juiste programma
in te stellen voor het type lading en de
mate van vervuiling.
• Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
• Vul het glansmiddeldoseerbakje als
het indicatielampje van het
glansmiddel brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. Het programma starten.
8.1 Vaatwasmiddel gebruiken
D
A B
A
30
30
20
C
B
D
20
C
U kunt het schuifje voor de
vrij te geven hoeveelheid (B)
instellen tussen stand 1
(laagste hoeveelheid) en
stand 4 of 6 (hoogste
hoeveelheid).
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om de
deksel te openen (C).
2. Doe de vaatwastablet of het poeder in
het doseerbakje (A).
3. Als het programma over een
voorspoelfase beschikt, plaats dan
een kleine dosis afwasmiddel in
doseerbakje (D).
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
8.2 Gebruik van multitabletten
Als u tabletten gebruikt die zout en
glansmiddel bevatten, is het niet nodig om
de doseerbakjes voor zout en glansmiddel
te vullen.
1. Stel de waterontharder op het laagste
niveau in.
2. Stel de dosering van het glansmiddel
in op de laagste stand.
8.3 Een programma instellen en
starten
Een programma starten
1. Draai de waterkraan open.
2. Sluit de deur van het apparaat.
3. Draai de programmaschakelaar tot de
programmamarkering op één lijn staat
met het programma dat u wilt
instellen.
• Het controlelampje aan/uit gaat
branden.
• Het indicatielampje start begint te
knipperen.
4. Druk op Start.
• Het programma start en het
indicatielampje van de wasfase is
aan.
• Het indicatielampje aan/uit en het
indicatielampje start gaan aan.
NEDERLANDS
11