Installatievoorschrift Voor De Gastechnische Installateur; Algemeen; Afpersen Van De Gasinstallatie; Prescriptions D'installation Côté Gaz - REMEHA Gas 6002 ECO Notice Technique

9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE
GAS TECH NI SCHE INSTALLATEUR

9.1 Algemeen

De gasaansluitingen moeten voldoen aan de NBN
D51-003; de voorschriften van de plaatselijke gasleve-
rende be drij ven dienen te worden nageleefd. De 2''
gas aan slui tingen bevinden zich aan de zelf de zijde als
de wa ter aan slui tin gen en de lucht toe voer aan slui ting (bij
gesloten uitvoering).

9.2 Afpersen van de gasinstallatie

Gasinstallaties moeten gasdicht zijn. Tijdens het afper-
sen dient de apparatuur van de ketel afgekoppeld te
worden van de gasleiding.
9.3 Gasdrukken
Gastoevoerdruk: 20-30 mbar.
Maximaal:
- 7 t/m 9 leden 50 mbar
- 11 t/m 19 leden 100 mbar
9. PRESCRIPTIONS D'INSTALLATEUR CÔTÉ GAZ
9.1 Généralités
Les raccordements gaz doit satisfaire à la norme NBN
D51-003. Il faut également respecter les prescriptions
des compagnies locales de distribution de gaz. Les rac-
cordements gaz de la chaudière (2") se trouve du même
côté que les raccordments d'eau et le raccordement
d'alimentation en air (dans le cas du type fermé).

9.2 Essai de pression sur l'installation de gaz

Les installations de gaz doivent être étanches au gaz.
Au moment de l'essai de pression, l'appareillage de la
chaudière doit être découplé de la conduite de gaz.

9.3 Pressions de gaz

Pression d'admission de gaz: 20-30 mbars.
Maximum:
- 7 et 9 éléments
- 11 à 19 éléments
37
50 mbars
100 mbars