IN S TA LLA TIE H A N DLE ID IN G
5. Installatie
5.1 Voorbereidingen op de installatie
Lees de handleiding zorgvuldig door voor een goede en veilige installatie van het toestel.
5.1.1 Voorschriften
Ø
Installeer de haard volgens de geldende Europese, nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften.
Ø
Houdt u zich aan de instructies zoals vermeld in deze handleiding.
Ø
DRU Verwarming geeft geen garantie op de installatie en het onderhoud van de haard en is niet verantwoordelijk
voor eventueel hierdoor ontstane gevolgschade.
5.1.2 Rookgaskanaal
Voor het rookgaskanaal gelden de volgende eisen:
Ø
Het rookgaskanaal moet van tevoren geïnspecteerd worden door een specialist.
Ø
Het rookgaskanaal dient geschikt te zijn voor het stoken van een houtgestookt toestel.
Ø
De haard dient te worden aangesloten op een enkel, ongedeeld rookgaskanaal.
Ø
Het rookgaskanaal dient schoon en lekdicht te zijn.
Ø
Gebruik voor het rookgaskanaal materiaal, dat minimaal voldoet aan EN 1856-1 T450.
Ø
Gebruik voor de kachelpijp materiaal, dat minimaal voldoet aan EN 1856-2 T600.
Ø
De versleping in het rookgaskanaal mag maximaal 1,5 meter bedragen met een minimale hoek van 45 graden
vanuit het horizontale vlak, mits de trek in het kanaal niet te laag is.
Ø
Bij gebruik van een achteraansluiting op de haard mag het horizontale deel van het rookgaskanaal maximaal 500
mm bedragen.
Ø
Bij gebruik van de achteraansluiting van de haard op een verticaal rookgaskanaal dient een T-stuk met roetzak te
worden toegepast.
Ø
De diameter van het rookgaskanaal moet minimaal gelijk zijn aan de diameter van de rookgasafvoer van de haard.
Ø
De trek van het rookgaskanaal moet minimaal 12 Pascal zijn.
Ø
Plaats eventueel een rookgasventilator indien er te weinig trek is of er onderdruk in de opstelruimte ontstaat door
mechanische ventilatie in de woning.
Ø
In een (te) sterk trekkend kanaal (30 - 40 Pa) dient zonodig een rookgasklep worden aangebracht. Hiermee kan de
trek worden geregeld. Uw toestel kan uitgevoerd zijn met een "remkap" om een eventuele hoge trek te remmen
(zie, indien van toepassing, hoofdstuk 9 'Toestelspecifieke informatie').
Ø
Maak bij het plaatsen van een flexibele pijp altijd gebruik van de dubbelwandige rvs-uitvoering met een "gladde"
binnenzijde.
Ø
Om roestvorming en beschadiging van de binnenbekleding van de haard door vocht te beperken, dient bovenop
het rookgaskanaal een regenkap geplaatst te worden.
Ø
Het rookgaskanaal dient zelfdragend te zijn en mag niet op de haard rusten.
5.1.3 Landspecifieke installatie-eisen
Ø
Installeer het toestel volgens de geldende Europese, nationale, lokale en bouwkundige (installatie)voorschriften.
Voor Nederland geldt onder meer het Bouwbesluit.
11
NL