IN S TA LLA TIE H A N DLE ID IN G
9. Toestelspecifieke informatie
•
De toestelspecifieke instructies, zoals beschreven in dit hoofdstuk, gaan boven de instructies in de overige
Let op!
hoofdstukken! Houd bij twijfel de instructies in hoofdstuk 9 aan of neem contact op met uw leverancier.
9.1 Luchtschuif en rookgasafvoer
9.1.1 Luchtschuif
Controleer bij installatie en onderhoud van het toestel de werking van de luchtschuif (zie Bijlage 2, afb. 6). De
mogelijkheid bestaat, dat tijdens transport staalgrit in de luchtschuif is gekomen. Indien de luchtschuif niet soepel
loopt, moet deze worden gereinigd. Hiertoe dient de luchtschuif te worden gedemonteerd. De luchtschuif is
verend opgehangen door middel van een bout en een veer, die zich onder de afdekplaat bevinden.
Ga bij het demonteren van de luchtschuif als volgt te werk (zie Bijlage 2, afb. 6):
Indien een buitenluchtaansluiting is gemonteerd, dient deze eerst verwijderd te worden, voordat de luchtschuif
!Let op
gedemonteerd kan worden (voor het verwijderen van de buitenluchtaansluiting: zie hoofdstuk 9.4).
Ø
Verwijder de vermiculietplaten van de bodem (zie hoofdstuk 9.2.1).
Ø
Verwijder daarna het vierkante plaatje, dat in een uitsparing onder de vermiculiet bodemplaten ligt.
Ø
Draai de inbusbout los met de inbussleutel.
Zodra de bout is losgedraaid, valt de luchtschuif naar beneden. Vang de luchtschuif op!
Let op!
Ø
Controleer de luchtschuif en reinig deze indien nodig.
Voor het terugplaatsen van de luchtschuif dienen de acties zoals beschreven bij het demonteren in omgekeerde
volgorde te worden uitgevoerd.
9.1.2 Rookgasafvoer
De rookgasafvoer heeft een aansluiting met een diameter van 150 mm. De aansluiting kan worden gerealiseerd
met een vaste pijp van 150 mm.
9.2 Binnenbekleding
9.2.1 Vermiculiet
De vermiculietplaten bij de haard bevinden zich op de bodem en tegen de achterwand en zijwanden van het
toestel (zie Bijlage 2, afb. 5).
In de volgende situaties dienen de vermiculietplaten te worden uitgenomen:
•
Bij het demonteren van de luchtschuif (zie hoofdstuk 9.1.1).
•
Bij vervanging van de vermiculietplaten.
De bodemplaten worden hierbij als eerste uitgenomen en de achterplaten als laatste. Het inleggen van de
vermiculietplaten geschiedt in omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat de vermiculietplaten weer in de oorspronkelijke positie worden teruggeplaatst! Zo dient de
!Let op
achterplaat met de kleine, niet verzonken, gaten zichtbaar naar voren te worden geplaatst.
17
NL