Hartslagcontrole - SPORTSTECH FX300 Mode D'emploi

BPM (slagen per minuut)
Alter
H
STANDAARD
15 195 123
16 194 122
17 193 122
18 192 121
19 191 121
20 190 120
21 189 119
22 188 119
23 187 118
24 186 118
25 185 117
26 184 116
27 183 116
28 182 115
29 181 115
30 181 114
31 180 113
32 179 113
33 178 112
34 177 112
1. Blijf de de „P"-knop in de stand-bymodus ingedrukt houden. De hartslagregeling is te vinden onder HP1 tot en met
HP2. De maximale snelheid voor HP1 is 10,0 km/u en de maximale snelheid voor HP2 is 12,0 km/u. Druk vervol-
gens direct op de START-knop en het systeem beveelt een leeftijd van 30 jaar en een hartslagdoel van 114 aan.
2. Druk op de „M"-toets en stel de leeftijd in. Het scherm wordt weergegeven en toont de standaardleeftijd van 30
jaar. De gebruiker kan de snelheidsknoppen +/- indrukken om de leeftijd in te stellen. De leeftijd kan tussen 15 en
80 jaar worden ingesteld. Gebruik de HRC-PARAMETERS hierboven als referentie.
3. Druk na het selecteren van de leeftijd op de „M"-knop en het systeem stelt een passende hartslagwaarde voor
in overeenstemming met je leeftijd. Druk op de snelheidsknoppen +/- om de gewenste hartslag in te stellen. De
waarde ligt tussen 84-195. Gebruik de HRC-PARAMETERS hierboven als referentie.
4. Nadat je de leeftijd en de hartslagwaarde hebt geselecteerd, druk je op de „M"-knop en voer je de tijdsinstelling
in. De standaard tijd is 10:00 minuten. Je kunt de snelheidsknoppen +/- indrukken om de tijd in te stellen in het
bereik 10:00 - 99:00
5. Om te beginnen, druk je op de START-knop.
6. In het HRC-programma zijn de snelheidsknoppen +/- beschikbaar om de snelheid in te stellen. Het systeem kan ze
automatisch aanpassen om de gewenste hartslag van de gebruiker te bereiken.
7. De eerste minuut van het lopen is de opwarmfase. Het systeem past de snelheid niet automatisch aan; alleen een
handmatige aanpassing is mogelijk binnen de eerste minuut. Na deze tijd voegt het systeem de snelheid met 0,5
km/u toe. Als de HP1- of HP2-waarde de maximale snelheid bereikt en de streefwaarde voor de hartslag niet is
bereikt, blijft de snelheid onveranderd. Het apparaat stopt automatisch als de ingestelde tijd is bereikt.
LET OP: Het hartslagprogramma kan alleen worden gebruikt als je de hartslagmeter aan hebt. De hartslagmeter moet
dicht bij de borst en op de huid worden gedragen.

HARTSLAGCONTROLE

HRC-PARAMETERS
BPM (slagen per minuut)
Alter
N H
STANDAARD
123 35 176 111
122 36 175 110
122 37 174 110
121 38 173 109
121 39 172 109
120 40 171 108
119 41 170 107
119 42 169 107
118 43 168 106
118 44 167 106
117 45 166 105
116 46 165 104
116 47 164 103
115 48 163 103
115 49 162 103
114 50 162 102
113 51 161 101
113 52 160 101
112 53 159 100
112 54 158 100
55 157
56 156
57 155
142
Alter
N
111 58
110 59
110 60
109 61
109 62
108 63
107 64
107 65
106 66
106 67
105 68
104 69
103 70
103 71
103 72
102 73
101 74
101 75
100 76
100 77
99 99 78
98 98 79
98 98 80
BPM (slagen per minuut)
H N
STANDAARD
154 97 97
153 97 97
152 96 96
151 95 95
150 95 95
149 94 94
148 94 94
147 93 93
146 92 92
145 92 92
144 91 91
143 91 91
143 90 90
142 90 89
141 90 89
140 90 88
139 90 88
138 90 87
137 90 86
136 90 86
135 90 85
134 90 85
133 90 84