Wanneer er twee of meer verbrandingstoestellen op eenzelfde schoorsteen zijn aanges-
loten, dient u de voorschriften betreffende de plaats van de rookkanalen in acht te nemen.
De houtkachel mag nooit worden aangesloten op een schoorsteen waarop reeds een gas-
kachel is aangesloten.
Een efficiënte, moderne kachel stelt hoge eisen aan uw schoorsteen. Vraag daarom uw
schoorsteenveger de schoorsteen te beoordelen.
De opening van de schoorsteen moet in overeenstemming zijn met de landelijke en plaat-
selijke voorschriften. In het algemeen dient de opening voor houtkachels ten minste 175
cm2 groot te zijn (met een diameter van 150 mm).
Indien de opening van de schoorsteen te groot is, is er te veel energie nodig om in de
schoorsteen de warmte te verkrijgen is die vereist is voor een goede trek. Indien u een ste-
nen schoorsteen met een grote opening hebt, raden wij u aan een isolerende schoorsteen-
voering met de juiste diameter te laten plaatsen. Hierdoor zal de trek verbeteren, waar-
door u zuiniger kunt stoken.
Er zijn geen vereisten wat de hoogte van de schoorsteen betreft, maar een schoorsteen moet
hoog genoeg zijn om te kunnen zorgen voor een goede luchtstroom en om te waarborgen dat
de rook geen hinder veroorzaakt. Als stelregel geldt dat de luchtstroom groot genoeg is wan-
neer de schoorsteen 4 meter boven de kachel uit komt en ten minste 80 cm boven de nok
van het dak uitsteekt. Indien de schoorsteen zich aan de zijkant van het huis bevindt, mag de
bovenkant van de schoorsteen nooit lager zijn dan de nok van het dak of het hoogste punt van
het dak. Houdt u er rekening mee dat er vaak landelijke en plaatselijke voorschriften gelden
voor de locatie van schoorstenen in huizen met rieten daken. Zie ook punt 1.9 - Trek.
De schoorsteen en het rookkanaal moeten zijn voorzien van reinigingsluiken. Deze luiken
dienen op zijn minst dezelfde omvang te hebben als de opening van de schoorsteen.
De schoorsteen dient toegankelijk te zijn ten behoe-
ve van externe inspectie, en het moet mogelijk zijn
de schoonmaakluiken en de schoorsteen te bereiken
indien de reiniging via de bovenkant geschiedt (bij-
voorbeeld in het geval van stalen schoorstenen).
1.6 Rookkanaalverbindingen
Til de gietijzeren bovenplaat van de kachel.
Opmerking: het ronde gietijzeren deksel in de bo-
venplaat moet gemonteerd blijven indien de kachel
wordt geplaatst met rookkanaal aan de achterzijde.
U mag ze enkel losschroeven indien het rookkanaal
aan de bovenkant wordt aangesloten.
De aansluitkraag van het rookkanaal rechtop monteren
In de fabriek werd de kachel voorbereid voor plaat-
sing, waarbij de meegeleverde aansluitkraag (1) van
het rookkanaal naar boven wijst. De nodige schroe-
ven zijn aanwezig.
De aansluitkraag aan de achterkant monteren
Tik met een hamer tegen het ijzeren stuk op het
achterste convectiepaneel om het te verwijderen uit
de kleine "bruggen" die het op zijn plaats houden.
24
Morsø 7940
1
2
3