Télécharger Imprimer la page

Bediening; Veiligheidsinstructies; Ingebruikname En Buitengebruikstelling; Het Spuitprofiel Testen - Walther PILOT WA 500 Instructions De Service

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5

Bediening

5.1

Veiligheidsinstructies

Let bij de bediening van het spuitpistool in het bijzonder op de volgende veiligheidsin-
structies!
• Draag adembescherming en werkkleiding die aan de voorschriften beantwoor den,
als u met het spuitpistool materialen verstuift. Zwevende deeltjies zijn een gevaar voer
uw gezendheid.
• Draag bij het werken met het spuitpistool en oorbescherming. Het geluidsniveau van
het spuitpistool bereikt ca. 83 dB (A) en kan schade aan het gehoor veroor zaken.
• Voor open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van
ontvlambare stoffen (zoals lakken, lijmen) is er verhoogd risico op brand en entploffing.
5.2

Ingebruikname en buitengebruikstelling

Voordat u het spuitpistool in gebruik neemt, moet volgende voorwaarden voldaan zijn:
• De toevoer van besturingslucht naar het spuitpistool staat ender druk
• De toevoer van verstuingslucht naar het spuitpistool staat ender druk
• De materiaaltoevoer naar het spuitpistool staat ender druk
Opgelet
De materiaaltoevoerdruk mag niet hoger ingesteld zijn dan:
• 10 bar,
aangezien de betrouwbare werking van het spuitpistool anders niet gewaarborgd is.Stel
de besturingsluchtdruk in op
• minstens 4 bar,
zodat het spuitpistool in gebruik kan worden genomen.
U kunt het spuitpistool in gebruik nemen en buiten bedrijf stellen door het 3/2-wegsstu-
urventiel te activeren (zie de handleiding van de fabrikant van de installatie).
Opgelet
Na beendiging van het werk moet de druk aan het spuitpistool altijd worden uitgescha-
keld. Onder druk staande leidingen kunnen barsten en personen in de onmiddelijke
omgeving kunnen door het vrijkomende materiaal worden verwond.
5.3

Het spuitprofiel testen

Het spuitprofiel moet altijd worden getest als:
• het spuitpistool voor het eerst in gebruik wordt genomen;
• ander verstuifmateriaalwordt gebruikt;
• het spuitpistool voor onderhouds- of herstellingswerkzaamheden werd gede-
mon teerd
Het spuitprofiel kan worden getest op een testwerkstuk, een metalen plaat, karton ot
papier.
6
Opgelet
Houd bij het verstuiven van materiaal geen handen of andere lichaams delen
voor de onder druk staande nozzle van het spuitpistool p gevaar voor letsels.
Opgelet
Let er bij de ingebruikname van het spuitpistool op dat er zich enkeke
persoon in het verstuifbereik van het pistool bevindt - gevaar voor letsels.
1. Neem het pistool in gebruik om het spuitprofiel te testesten
(zie 5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling)
2. Controleer het resultaat van de test en pas indien nodig de instellingen het
spuitpistool aan (zie 5.4 Het spuitprofiel veranderen )
licht
5.4

Het spuitprofiel veranderen

Aan de PILOT WA 500, WA 510, WA 520, WA 530 kunt u met de volgende
instellingen het spuitprofiel wijzigen.:
Spuitlucht instellen
1
Instelling van het materiaaldebiet
Met behulp van de twee regelschroeven 1
en 2 kunt u een optimaal spuitprofiel instellen
2
Regelschroef 1 beinvloedt de rondheid van
het profiel, regelschroef 2 de breedle of
vlakheid van het profiel.
Draai kap 1 uit de basispositie (= inkeping
op het zuigerhuis)
1
2
• naar binnen om het materiaaldebiet te
verminderen
• naar binnen om het materiaaldebiet te
verhogen.
Met trekstang 2 kan het materiaaldebiet
door de nozzle worden bediend zonder de
verstuivingslucht in te schakelen.
7

Publicité

loading