Belangrijke veiligheids- en milieu-
1
instructies
Het apparaat moet geplaatst
•
worden met de achterkant naar
de wand.
Als de deur of de deurrubbers be-
•
schadigd zijn, mag de oven niet
gebruikt worden voordat een er-
kend persoon de schade heeft
gerepareerd.
Zet het draaiplateau vast om
•
schade te voorkomen bij ver-
plaatsing van het apparaat.
Gebruik de magnetron niet om
•
geklutste eieren met of zonder
schaal te bereiden of te verwar-
men.
Verwijder nooit de achter- en zij-
•
delen van de apparaat. Deze be-
houden de minimale afstanden
tussen de kastwanden en het ap-
paraat om in de benodigde lucht-
circulatie te voorzien.
1.2 Bedoeld gebruik
De magnetron is uitsluitend be-
•
doeld voor gebruik als inbouwap-
paraat.
Gebruik het apparaat niet voor
•
zaken waar het niet voor bedoeld
is.
Gebruik het apparaat niet als een
•
warmtebron.
Magnetronoven / Gebruikershandleiding
De magnetron is uitsluitend be-
•
stemd voor het ontdooien, berei-
den en stoven van voedsel.
Oververhit het voedsel niet. Dit
•
kan tot brand leiden.
Gebruik geen reinigingsappara-
•
ten met stoom om het apparaat
te reinigen.
De oven dient regelmatig te wor-
•
den schoongemaakt en voed-
selresten regelmatig worden
verwijderd.
Er moet zich een vrije ruimte van
•
minstens 20 cm boven de oven
bevinden.
1.3 Kinderveiligheid
Uiterste voorzichtigheid is gebo-
•
den bij het gebruik de buurt van
kinderen en personen die beperkt
zijn in hun fysieke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens.
Dit apparaat kan gebruikt wor-
•
den door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder en personen met ver-
minderd lichamelijk, zintuiglijk of
geestelijk vermogen of gebrek
aan ervaring en kennis, zolang
dat gebeurt onder toezicht of ze
instructies hebben ontvangen
over het veilige gebruik van het
apparaat en van de betrokken
125 / 331 NL