•
Installeer het ventilatorblad op de motoras en plaats de
vergrendelingskap van het ventilatorblad.
•
Draai de schroef en moer ownderaan de achterbehuizing los.
•
Open de klemmen van de voorbehuizing en plaats de voorbehuizing op
•
de achterbehuizing. Zorg dat de onderkant met de schroef voor beide
delen is uitgelijnd.
•
Draai de schroef en moer vast.
•
Doe de behuizingsklemmen over zowel de voor- als achterbehuizing.
GEBRUIK
•
Gebruik de snelheidsknoppen om de gewenste ventilatiestand te
kiezen.
•
Druk op de oscillatieknop om de ventilatorkop te laten oscilleren.
•
Druk op de oscillatieknop om de ventilatorkop te laten stoppen
met oscilleren.
•
Druk op de uit-knop om de ventilator uit te schakelen.
De afstandsbediening gebruiken
•
Schakel het apparaat in door op de aan/snelheidsregelknop te
drukken. Met iedere druk op de aan/snelheidsregelknop schakelt de
ventilatorsnelheid tussen laag, gemiddeld en hoog.
•
Selecteer het type wind door op de modusknop op de
afstandsbediening te drukken. Met iedere druk op de modusknop
schakelt de ventilator tussen normale wind, natuurlijke wind en
slaapwind.
4