Elektrische aansluiting voor ventilator
TN-3 – 230 V ~
Voeding
230 V ~, 50 Hz
Opgenomen stroom
0,5 A
Technische wijzigingen voorbehouden!
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door geschoold
personeel (in Duitsland vlg. VDE 0100, deel 721 of
IEC 60364-7-721) worden uitgevoerd. De hier afgedrukte aan-
wijzingen zijn geen uitnodiging aan leken om zelf de elektrische
aansluiting te maken, maar dienen als extra informatie voor de
door u met de montage belaste ter zake kundige monteur!
De aansluiting op het stroomnetwerk gebeurt met behulp van
een geschikte kabel 3 x 1,5 mm² op een verdeeldoos.
Let absoluut op een zorgvuldige aansluiting met de juiste
kleuren!
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient
aan voertuigzijde een scheidingsinrichting voorhanden
te zijn waarmee alle polen met een contactafstand van ten
minste 3,5 mm van het net kunnen worden gescheiden.
Afbeelding D
Sluit de netstroomkabel (21) aan. Leg de isolatiemantel van de
kabel in de trekontlasting (20). Borg de trekontlasting met een
schroefje (23 – 3,5 x 19 mm).
Schuif de stekker van de kabel van het bedieningspaneel tot
de aanslag op de pinnenstrip (18). Leg de isolatiemantel van
de kabel in de trekontlasting (20). Borg de trekontlasting met
een schroefje (23 – 3,5 x 19 mm).
Leg de kabel in de uitsparing (22) en bevestig het deksel (19)
van het aansluitgedeelte met schroefje (23 – 3,5 x 19 mm).
Bij het vastschroeven van het deksel (19) van het aan-
sluitgedeelte moet erop worden gelet dat de kabel niet
tussen het deksel en de behuizing wordt geklemd. Als dit niet
in acht wordt genomen, bestaat er gevaar voor kortsluiting!
Verdeling van de warme lucht
Het warmeluchtsysteem wordt voor elk type voertuig individu-
eel modulair uitgevoerd. Daarvoor is een uitgebreid accessoi-
res-programma beschikbaar.
De warmeluchtaansluitingen (24) zijn gemaakt voor de
luchtslang Ø 65 mm van Truma. Ter verbetering van de
bevestiging is op elke aansluiting een clip (26) alleen voor
luchtslang Ø 65 mm aangebracht. Schuif de luchtslangen
stevig in de warmeluchtaansluitingen en borg ze desgewenst
extra met elk twee parkers (niet bijgeleverd) van Ø 2,9 mm.
Bij verschillend lange luchtslangen of aan kanten met een gro-
tere behoefte aan warmte kan de luchtslang Ø 72 mm worden
gebruikt. Hierdoor kan de volledige luchtcapaciteit aan deze
kant worden benut.
Bij gebruik van de luchtslang Ø 72 mm moet er een bocht
BGC in de betreffende aansluiting van de warmeluchtverdeler
worden gestoken. Schuif de bocht BGC tot de aanslag in de
aansluiting. Zo nodig kan de bocht met een parker Ø 2,9 mm
(niet bijgeleverd) worden geborgd.
17