Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
Na het tanken de tankdop
zo vast mogelijk
aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensge-
vaar door verbranding!
FR 450, FR 480
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede
staat controleren – het desbetreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
De combinatie van snijgarnituur,
–
beschermkap en handgreep moet
zijn vrijgegeven, alle onderdelen
moeten correct zijn gemonteerd
Combischuif/stopschakelaar
–
gemakkelijk in stand STOP, resp. 0
te plaatsen
De gashendelblokkering (indien
–
gemonteerd) en de gashendel
moeten goed gangbaar zijn – de
gashendel moet automatisch in de
stationaire stand terugveren
Bougiesteker op vastzitten
–
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
Snijgarnituur of
–
aanbouwgereedschap: correcte
montage: staat en vastzitten
Veiligheidsinrichtingen (bijv.
–
beschermkap voor snijgarnituur,
draaischotel) op beschadigingen,
resp. slijtage controleren.
Beschadigde onderdelen
vervangen. Het apparaat niet met
een beschadigde beschermkap of
een versleten draaischotel (als het
opschrift en de pijlen niet meer
duidelijk zichtbaar zijn) gebruiken
Geen wijzigingen aan de
–
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
De handgrepen moeten schoon en
–
droog, vrij van olie en vuil zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
De draagriemen en de
–
beugelhandgreep overeenkomstig
de lichaamslengte instellen, zie
"Draagstel omdoen".
Het motorapparaat mag alleen in
technisch goede staat worden gebruikt –
kans op ongelukken!
In geval van nood: het snel losmaken
van de sluiting van de heupgordel, het
losmaken van de schouderriem en het
op de grond plaatsen van het apparaat
oefenen. Tijdens het oefenen het
apparaat niet op de grond gooien, om
beschadigingen te voorkomen.
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd
getankt – niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
het werktuig of het snijgarnituur en de
beschermkap mogen geen voorwerpen
Nederlands
91