Aanwijzingen voor de plaatsing van regelaar/zender REV22RF
•
De regelaar/zender moet in de hoofdverblijfsruimte
worden geplaatst (wandmontage afb. C, vrije plaatsing
afb. G)
•
Afstand t.o.v. de ontvanger niet groter dan 20 m of 2
etages
•
De montageplaats moet zodanig worden gekozen, dat
de opnemer de luchttemperatuur zo onvervalst
mogelijk kan meten en niet door directe straling van de
zon of andere warmte- en koudebronnen wordt
beïnvloed.
•
De montageplaats moet zodanig worden gekozen, dat
een zo ongestoord mogelijk zenden gegarandeerd is.
Daarvoor moet bij de regelaar/zender en bij de
ontvanger met dezelfde punten rekening worden
gehouden:
−
niet tegen metalen oppervlakken monteren
−
niet in de buurt van elektrische leidingen, apparaten
als PC's, televisies, magnetrons enz.
Inbedrijfstelling van de regelaar / zender REV22RF
Wij adviseren eerst de ontvanger en daarna de
regelaar/zender in bedrijf te stellen.
1. Isolatiestrook verwijderen
Zodra de zwarte isolatiestrook van de contacten voor de
batterijen wordt verwijderd, gaat het apparaat in bedrijf.
2. Apparaat losmaken van de sokkel
Handelen volgens afbeelding A en B
3. Configuratie d.m.v. DIP-schakelaar
(fig. 1)
3.1
Optimalisering; DIP-schakelaar
Door de optimalisering wordt alleen het inschakeltijdstip
P.1 zodanig verschoven, dat de ingestelde gewenste
waarde op het gewenste tijdstip wordt bereikt. De instelling
is afhankelijk van het regeltraject, d.w.z. van de warmte-
overdracht (leidingnet, radiatoren), het gedrag van het
gebouw (massa, isolatie) en de verwarmingscapaciteit
(ketelcapaciteit, aanvoertemperatuur). Zie ook het schema
in fig. 2.
OFF
Uit, geen werking (standaard)
¼ h/°C
voor snelle regeltrajecten
½ h/°C
voor gemiddelde regeltrajecten
1 h/°C
voor langzame regeltrajecten
Legenda bij fig. 2:
T
temperatuur (°C)
t
vervroegingstijd van het inschakelpunt (h)
TR
gemeten waarde ruimtetemperatuur
x
P
startpunt opwarm-optimalisering
on
3.2
Div. functies; DIP-schakelaar
3.2.1
Begrenzing gewenste gereduceerde waarde
3...29 °C (standaard)
16...29 °C
3.2.2
Werkrichting regelaar
HEATING
Functie "verwarmen" (standaard)
COOLING
Functie "koelen"
CE1G2255xx
−
niet in de ontvangstschaduw van grotere ijzeren
bouwdelen, of bouwelementen met fijnmazige metalen
rasters, zoals speciaal glas of speciaal beton
Plaatsingsaanwijzing bij wandmontage.
3.2.3
Periodiek draaien van de pomp (pompkick)
Alleen toepasbaar bij besturing van circulatiepomp!
PUMP OFF
PUMP ON
3.3
Regelgedrag / vorstbeveiliging; DIP-
schakelaar
3.3.1
Schakelcyclus
Self learning
PID 12
PID 6
2-Pt
3.3.2
Vorstbeveiliging
5 °C (standaard)
3 °C of 10 °C instelbaar
3.4
Reset DIP-schakelaar (fig. 1)
Na het veranderen van de stand van de DIP-schakelaar,
moet door het indrukken van de reset-toets een reset
worden uitgevoerd. Anders blijft de voorafgaande
instelling actief!
4. Apparaat weer op de sokkel monteren
Handelen volgens afbeelding D en E.
5. Functiecontrole
a) Weergave controleren. Als geen weergave plaatsvindt,
moet de plaatsing en de functie van de batterijen
worden gecontroleerd.
08.11.2000
Functie uit (standaard)
Pomp wordt iedere 24 h om 12 uur
steeds voor 1 min. ingeschakeld.
Adaptieve besturing (standaard):
Voor alle toepassingen.
Normaal regeltraject:
Voor toepassingen op plaatsen met
normale temperatuurschommelingen.
Snel regeltraject:
Voor toepassingen op plaatsen met
grote temperatuurschommelingen.
Moeilijk regeltraject:
Zuivere tweepunts regelaar met 0,5 °C
schakeldifferentie.
13/16