68
5. Display en zoemer
De display op het ventilatorapparaat laat de lading van de batterij en het
vermogen van de motor van de blazer zien. Het apparaat zal volledige
bescherming bieden in de bereiken A9-A0 en P9-P0 zolang het alarm niet
afgaat.
Symbool A (groen) = ladingtoestand van de batterij
o
Als de batterij geheel vol is, is op het display het symbool A8-A9 zichtbaar, en A0 wijst er op dat de
batterij leeg is.
o
Wanneer de batterij op het punt staat leeg te raken, klinkt een waarschuwingssignaal en knippert op
het display A0. Na deze waarschuwing werkt het ventilatorapparaat nog 5–10 minuten geheel
normaal, waarna de luchttoevoer onder het ingestelde minimum zal dalen.
Symbool P (groen) = vermogensindicator
o
Het vereiste vermogen hangt af van de soort filters en het gelaatsstuk. Een lage P-waarde op zich
duidt niet op een defect van de blower
o
Wanneer het display het symbool P9 laat zien, kan het ventilatorapparaat zonder problemen de
minimumluchttoevoer opbrengen. P0 betekent dat deze luchttoevoer alleen mogelijk is wanneer de
motor op vol vermogen draait. De batterij zal nu snel leegraken.
o
Wanneer het ventilatorapparaat niet meer in staat is om de minimumluchttoevoer op te brengen, zal
er een waarschuwingssignaal klinken en gaat het symbool P0 knipperen. Een verlaagde P-status kan
bijvoorbeeld ontstaan wanneer een filter verstopt is of wanneer de ademslang verdraaid is. Inspecteer
de filters en controleer of de lucht vrijelijk naar het gelaatsstuk kan stromen.
6. Gebruik
Zie de gebruiksaanwijzingen van het gelaatsstuk en de filter dat wordt gebruikt.
Gebruik altijd 2 of 3 filters van hetzelfde type en dezelfde klasse.
Controleer voor gebruik
de conditie van het gelaatsstuk en het ventilatorapparaat
de conditie en de goed bevestiging van de filters aan het ventilatorapparaat. De filter schudden om te
controleren of er geen onderdeel / inhoud losgeraakt is. De filter is aan vervanging toe als die aan
zware krachten of schokken blootgesteld is geweest. De filter kan dan beschadigd zijn, ook door een
val op een harde ondergrond, ook indien aangesloten op een ventilatorapparaat.
de goed bevestiging van de ademslang aan het ventilatorapparaat en aan het gelaatsstuk.
Controleer het voldoende luchttoevoer en de ladingtoestand van de batterij
Maak het systeem gebruiksklaar (met het gelaatsstuk gekoppeld aan het ventilatorapparaat), maar
plaats het nog niet op het gelaat.
Start de blazer door de schakelaar in de stand | te zetten. Het apparaat geeft nu een geliudssignaal.
Batterijstatus A8-A9 duidt op een volledig geladen batterij. Een lagere A-waarde is veilig maar duidt
erop dat de batterij niet vol is. De maximale bedrijfstijd vereist een volledig geladen batterij.
Hang het ventilatorapparaat om, zodanig, dat u het display tijdens het gebruik kunt controleren.
Aanwijzingen voor het opzetten van het gelaatsstuk worden in de respektieve gebruiksaanwijzingen
beschreven.
7. Na gebruik
Zet het ventilatorapparaat uit door de schakelaar in de stand 0 te zetten.
Het apparaat moet altijd worden uitgezet met de schakelaar, ook wanneer het
apparaat automatisch werd uitgeschakeld doordat de batterij leeg raakte.
Leg het ademhalingstoestel af, en voer het nodige onderhoud uit voor het
vantilatorapparaat, en laad de batterij op.
Reiniging
Reinig met een vochtige doek of spons. Indien nodig, kan het gebruiksklaar apparaat (mits de
ademslang aangesloten) onder een straal voorzichtig afgespoeld worden, mits de filters naar
beneden gericht worden. Zorg dat er geen water in de filters terecht komt. Vervang na een wasbeurt
altijd de filters.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. aceton, terpentijn), perslucht of water onder hoge druk.