Onderhoud En Milieubescherming - Meister FP80M Traduction Du Manuel D'utilisation Original

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 27
kunnen talrijke materialen gespoten
worden.
Spuiten
Vul het verfreservoir met de goed
verdunde en gezeefde verf.
Sluit het spuitpistool op de netspanning
aan. Richt met het spuitpistool op
een stuk afvalmateriaal en druk de
schakelaar (3) in, tot er verf uittreedt.
Stel de regelknop (2) zo in, dat de
benodigde hoeveelheid verf afgegeven
wordt. Draai de knop rechtsom om de
opvoerhoeveelheid te verkleinen en
linksom om de hoeveelheid te vergroten.
De instelling van de opvoerhoeveelheid
heeft invloed op het spuitpatroon.
Bij een slecht spuitpatroon wordt
de verf in het midden van de straal
geconcentreerd, hetgeen tot een
ongelijkmatige verfverdeling op het
oppervlak leidt. De spuitstraal is juist
ingesteld, als de verf over de gehele
straal gelijkmatig verdeeld wordt.
Spuittechnieken
Om optimale resultaten te bereiken,
moet het spuitpistool altijd rechtop en
parallel met het oppervlak gehouden
worden. Houd een afstand tussen
spuitmond en oppervlak van 20 à 30
cm aan en spuit daarbij gelijkmatig
heen en weer of op en neer. Spuit niet
onder een andere hoek ten opzichte
van het oppervlak, omdat de verf
anders hierlangs naar beneden loopt.
Een rustige en gelijkmatige beweging
in belangrijk. Tijdens het spuiten van
grote oppervlakken moet er kruisgewijs
gespoten worden (zie fig. 3, 4 en 5).
Het spuitpistool nooit in- of uitschakelen,
terwijl het op het te spuiten oppervlak
gericht is. De beweging van het
spuitpistool moet met een gelijkmatige
5412950-Farbspritzgeraet_man.indd 59
5412950-Farbspritzgeraet_man.indd 59
snelheid plaatsvinden. Een snelle
beweging levert een dunne verflaag op,
een langzame beweging een dikke laag.
Er mag per keer steeds maar één laag
aangebracht worden. Als er nog een
laag nodig is, moeten de aanbevelingen
van de verfproducent voor droogtijden
in acht genomen worden. Tijdens het
spuiten van kleine oppervlakken dient de
regelknop (3) laag ingesteld te worden.
Daardoor wordt een te hoog verfverbruik
en te dik aanbrengen voorkomen.
Vermijd tijdens het spuiten van een
object het vaak in- en uitschakelen,
omdat daardoor te veel of te weinig verf
aangebracht zou kunnen worden. Kantel
het spuitpistool niet meer dan 45°.
Montage en gebruik van de
spuitmondverlenging
De spuitmondverlenging vergemakkelijkt
het werken op moeilijk toegankelijke
plekken, zoals tussen de ribben van een
verwarming. Voor het aanbrengen van
de spuitmondverlenging de spuitmond
eruit schroeven en in plaats daarvan de
verlenging erop schroeven. De sproeier
0,5 mm (12) nu aan het uiteinde van de
mondstukverlenging vastschroeven en
vasttrekken (zie fig. 6).
9 – Onderhoud en
milieubescherming
Reiniging en onderhoud
LET OP! Trek vóór het reinigen 
van het spuitpistool of van het
verfreservoir altijd de stekker uit het
stopcontact.
• Tijdens het gebruik kunnen verfdeeltjes
en gedroogde verfresten de spuitmond
verstoppen. Deze kunnen meestal met
behulp van de reinigingsnaald (11)
59
09.07.20 11:38
09.07.20 11:38

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières