Als er water uitloopt
• Verf op waterbasis: Voeg verdunner
toe of meng de verf met een andere
dunne verf.
• Olieverf: Verdun de verf.
Algemene spraytips
1. Voor de meeste verfsoorten voor
binnen en buiten is de 0,5 mm
spuitmond, die in de fabriek vooraf
geïnstalleerd is, volkomen voldoende.
2. Bij dikkere en zware latexverfsoorten
gebruikt u de 0,8 mm spuitmond.
3. Lijkt tijdens het gebruik de sproeinevel
zeer gering en onregelmatig, dan is
de verf te dik of te taai. Probeer eerst
de druk me behulp van de instelknop
te veranderen en daardoor een
beter resultaat te bereiken. Als dat
niet mogelijk is, verdun de verf dan
overeenkomstig.
4. Lijkt tijdens het gebruik de
sproeinevel bij een zwakke oplossing
te zwaar, verhoog dan de druk door
de instelknop naar rechts te draaien
of gebruik een spuitmond met een
kleinere diameter.
Verdunning (fig. 2)
LET OP! Trek de stekker uit
het stopcontact voordat het
verfreservoir met het te spuiten
materiaal gevuld wordt.
De meeste verfsoorten worden
strijkklaar geleverd en moeten verdund
worden, voordat ze opgespoten kunnen
worden. De aanwijzingen van de
fabrikant over het verdunnen van de
verf voor het spuiten moeten opgevolgd
58
worden. De viscositeitsmeetbeker helpt
5412950-Farbspritzgeraet_man.indd 58
5412950-Farbspritzgeraet_man.indd 58
bij het bepalen van de juiste viscositeit
van de gebruikte verf. Daarvoor wordt
de meetbeker tot aan de rand met
verf gevuld. Meet de tijd tot aan het
legen van de beker in het verfblik. De
volgende tabel laat de aanbevolen
tijden voor de verschillende stoffen
zien:
Kunsthars- en
latexverf
Verf op waterbasis
Grondverf
Vernis
Olieverf
Moffelverf
Aluminiumverf
Anti-corrosielaag voor
wagenbodem
Grondverf voor hout
Houtconserveer-
middelen
Houtbeits
Duurt het legen van de verf langer dan
de aanbevolen tijd, dan moet er nog
meer verdund worden. Daarvoor een
kleine hoeveelheid van het geschikte
verdunningsmiddel toevoegen en de
viscositeitstest uitvoeren, tot de juiste
viscositeit bereikt is. Sommige spuitbare
stoffen bevatten deeltjes of klontertjes
en moeten vóór het vullen van het
verfreservoir gezeefd worden.
8 – Werkwijze
De te bewerken oppervlakken moeten
stof-, vuil- en vetvrij zijn. Oppervlakken,
die niet gespoten moeten worden,
moeten met plakband van een goede
kwaliteit afgedekt worden. De te spuiten
verf of vloeistof moet grondig gemengd
zijn en moet vrij van klontertjes of
andere deeltjes zijn. Met het spuitpistool
24–28 seconden
20–25 seconden
24–28 seconden
20–25 seconden
18–22 seconden
18–22 seconden
22–25 seconden
25–35 seconden
28–35 seconden
geen verdunning
nodig
geen verdunning
nodig
09.07.20 11:38
09.07.20 11:38