NL
B
4 Na uitschakeling van het apparaat
draait de snijdkop nog enkele
sekonden door.
5 Stel het apparaat niet bloot aan
vocht. Werk niet met het apparaat
als het regent of maai geen nat
gras.
6 trek de stekker als de stroom- of
verlengkabel beschadigd is.
7 Houdt een veiligheidsafstand tot
andere personen en dieren.
8 Aanduiding van het geluidsvolume
L
in dB
WA
Veiligheidsvoorschriften
Bij gebruik van het apparaat op de
veiligheidsvoorschriften letten.
Maakt u zich eerst met alle
bedieningsonderdelen vertrouwd,
alvorens u met het apparaat begint
te werken. Oefen het hanteren en
werken met het apparaat en laat
een vakman of een frequent gebrui-
ker u functie, werkingswijze en
werktechnieken uitleggen. Verze-
kert u zich ervan, dat u het apparaat
in geval van nood onmiddellijk kan
uitschakelen. Onvakkundig gebruik
van het apparaat kan ernstige ver-
wondingen veroorzaken.
Werken met de elektrische kantentrimmer:
•
Het apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen. Ook personen die de ge-
bruiksaanwijzing niet volledig hebben
doorgenomen, mogen het apparaat niet
gebruiken. Wetten en lokale bepalingen
kunnen een minimumleeftijd voorschrij-
ven.
•
Houdt het apparaat op geruime afstand
van personen, in het bijzonder van kinde-
ren en huisdieren. Onderbreek het werk
als deze zich in de buurt bevinden. Houdt
36
in ieder geval een veiligheidsafstand van
5m om u heen. Er kunnen stenen en
keien worden weggeslingerd, die verwon-
dingen kunnen veroorzaken.
•
Aangepaste werkkledij en persoonlijke
veiligheidsuitrusting gebruiken! Draag in
ieder geval een veiligheidsbril (of be-
scherm uw ogen op een andere manier),
gehoorbescherming, laarzen of schoenen
met antislipzolen en een stevige, lange
broek evenals werkhandschoenen.
•
Zorg voor een stabiele houding tijdens
het werken. Wees bij het werken op
schuine oppervlaktes extra voorzichtig.
•
Werk niet met het apparaat als u moe
bent, na gebruik van alcohol of het ne-
men van medicijnen. Pauzeer regelmatig.
Werk niet met het apparaat als het regent,
bij slechte weersomstandigheden of in
een vochtige omgeving. Werk steeds bij
voldoende licht.
•
Werk niet met een beschadigd, onvolle-
dig of omgebouwd apparaat, dat niet
door de producent werd toegelaten. Ge-
bruik het apparaat nooit als de
veiligheidsuitrusting defect is. Kontroleer
voor gebruik de veiligheidstoestand van
het apparaat, in het bijzonder de aanslui-
ting op het stroomnet, de schakelaar en
de bescherming.
De beveiliging van het apparaat en
de persoonlijke veiligheids-
uitrustingen beschermen uw eigen
gezondheid en die van anderen en
garandeert optimaal funktioneren
van het apparaat.
•
Houdt de snijddraden uit de buurt van li-
chaamsdelen, vooral van handen en voe-
ten, als u de motor start en als de motor
loopt.
•
Start het apparaat niet als het zich niet in
werkpositie bevindt.
•
Schakel de motor uit en trek de stekker
uit het stopkontakt indien: