6.5 De motor
1~, 2-polige motor, 50 Hz of 60 Hz afhankelijk
van het model: condensator in de klemmenkast,
thermale bescherming voor motorbeveiliging.
• Beschermingsklasse: IPX4 (met gemonteerde
mannelijke connector)
• Beschermklasse: IPX4
• Isolatieklasse: F_155
Frequentie
Toerental in tpm
230 V
Spanning
1~
(±10 %)
7. Installatie en aansluitingen
Alle werkzaamheden aan de installatie en elek-
trische aansluitingen mogen alleen worden uit-
gevoerd door bevoegd en gekwalificeerd per-
soneel, overeenkomstig de toepasselijke voor-
schriften.
WAARSCHUWING! Lichamelijke letsels!
De geldende regels voor ongevallenpreventie
moeten in acht worden genomen.
7.1 Bij ontvangst van het product
• Haal de pomp uit de verpakking en recycle de
verpakking of voer deze op een milieuvriendelijke
manier af.
7.2 Installatie (Fig. 1 en 2)
• De pomp moet worden geïnstalleerd op een
droge, goed geventileerde en vorstvrije locatie.
VOORZICHTIG! Risico op schade aan de pomp!
De aanwezigheid van vreemde materialen of
onzuiverheden in de pompbehuizing kan invloed
hebben op de werking van het producten.
- We adviseren u al de solderings- en laswerk-
zaamheden uit te voeren voordat u de pomp
plaatst.
- Spoel het circuit volledig door voordat u de
pomp plaatst en in bedrijf neemt.
- Verwijder de afsluitkappen van de pompbehui-
zing voordat u de pomp plaatst.
• Monteer de afsluitkraan aan de perszijde van de
pomp. Hierdoor wordt het eenvoudiger om de
pomp te controleren en repareren.
• Kies een locatie waar de pomp na plaatsing een-
voudig kan worden gecontroleerd of gerepareerd.
Bij plaatsing van de pomp in kleine ruimtes, is er
ruimte nodig zoals aangegeven in de afbeelding.
• Beperk het aantal bochtstukken tot het minimum
om te voorkomen dat er water uit de leiding lekt
en om te voorkomen dat de waterbestendigheid
afneemt.
• Vul de fundering met beton zodat de pomp niet
verzakt of overhelt, ook niet na vele jaren.
WAARSCHUWING!
De pomp moet zodanig worden geplaatst, dat
niemand de hete oppervlakken van het product
kan aanraken wanneer het product in bedrijf is.
WILO SE 12/2016
50 Hz
60 Hz
2900
3500
220 V (-10 %)
240 V (+6 %)
AANWIJZING: Aangezien de pomp in de fabriek
getest kan zijn, kan er restwater in het product
aanwezig zijn. We raden aan om de pomp te
spoelen.
7.3 Hydraulische aansluiting
• De diameter van de zuigleiding mag nooit kleiner
zijn dan de diameter van de poort op de pomp.
• We adviseren u leidingen te gebruiken met een
diameter die groter is dan de nominale diameter
(DN) van de pomp. Zo beperkt u het wrijvingsver-
lies.
• Wanneer de aanzuighoogte negatief is, moet de
pomp het hoogste punt van de installatie zijn. De
zuigleiding moet altijd omhoog lopen vanuit het
tappunt tot aan de pomp. Zo voorkomt u dat er
luchtbellen gevormd worden in de zuigleiding.
• Er mag geen lucht in de zuigleiding binnen-
dringen wanneer de pomp in bedrijf is.
• Het installeren van een zuigzeef (max. doorsne-
de van de gaten: 2 mm) voorkomt schade aan
de pomp door het binnenkomen van deeltjes.
Wanneer de pomp is geplaatst met een negatieve
aanzuighoogte: dompel de zuigzeef onder (min.
700 mm). Breng indien nodig ballast aan op de
flexibele slangleiding (Fig. 1 en 2)
7.4 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische
schok!
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektri-
sche energie dienen te worden vermeden.
• Alle werkzaamheden gerelateerd aan elektri-
citeit mogen alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektricien!
• Voordat er een elektrische aansluiting wordt
gemaakt, moet de spanning van de pomp wor-
den gehaald (uitgeschakeld) en beveiligd wor-
den tegen onbevoegde herinschakeling.
• Om een veilige installatie en werking te garan-
deren, moet de aggregaat correct worden geaard
met de aardterminals van de spanningsvoorzie-
ning.
VOORZICHTIG! Een fout in de elektrische aanslui-
ting beschadigt de motor.
De stroomkabel mag nooit contact maken met
de leiding of de pomp, en moet uit de buurt van
vocht worden gehouden.
• Bekijk de informatie op de pomp voor de elektri-
sche eigenschappen ervan (frequentie, spanning,
stroomsterkte).
• De 1-fase motor van deze pomp heeft een geïn-
tegreerde motorbeveiligingsschakelaar.
• Bekijk het schakelschema aan de binnenzijde van
de klemmenafdekking. Maak de kabel vast met de
kabelwartel en het kabelanker uit de klemmen-
kast.
• De diameter van de voedingskabel voor deze
pomp moet ten minste 3 x 0,75 mm² bedra-
gen en de voedingskabel moet ten minste een
kabel zijn met normale polychloride afdekking
(60227 IEC 53) of een kabel met normale
polychloropreen afdekking (60245 IEC 57).
Nederlands
31