Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde brochure ‚Garantie-
!
en aanvullende aanwijzingen' volledig door. Volg de daarin beschreven
aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het
apparaat doorgeeft.
Functie / toepassing
De onderhavige vochtmeter werkt volgens het capacitieve meetproces. Door
twee geleidende sensorpads aan de onderzijde van het apparaat en aan de hand
van interne, materiaalafhankelijke karakteristieken wordt het materiaalvocht
in % berekend. De vochtmeter wordt gebruikt voor de materiaalvriendelijke
bepaling van het vochtgehalte in hout, cementestrik CT-C30-F4 DIN EN 13813,
anhydriet gietvloeren CAF-C25-F5, gasbeton DIN4165 PP2-0,35/0,09,
gipspleister conform DIN EN 13279-1 / pleisterdikte = 10 mm, beton C20/25
en kalkzandsteen 12-1,8.
De geïntegreerde materiaalkarakteristieken komen overeen met de ver-
melde bouwmaterialen en de betreffende benamingen. Bouwmaterialen
van hetzelfde type, maar met een andere benaming / samenstelling /
vastheid / dichtheid kunnen het meetresultaat beïnvloeden. Bovendien
kunnen bouwmaterialen op grond van de productie van fabrikant
!
tot fabrikant variëren. Daarom dienen eenmalig en bij verschillende
productsamenstellingen of onbekende bouwmaterialen vergelijkende
vochtmetingen te worden uitgevoerd met ijkbare methoden (bijv. Darr-
methode). Bij verschillen in de meetwaarden dienen de meetwaarden
relatief te worden gezien of de indexmodus voor het vocht- resp.
drogingsgedrag te worden gebruikt.
1
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvakje op de
achterzijde van het apparaat en
plaats een 9V batterij (6LR61 9V).
Let daarbij op de juiste polariteit.
24
NL
2.
1.
3.