2
DE HELM AFZETTEN
2.1 Zet de helm op, maak het bandje goed vast en probeer de helm af te zetten zoals op de
afbeelding (A) is weergegeven. Namelijk, in geval van een ongeluk, kunnen de krachten die
meespelen en de verschillende richtingen waarin deze krachten werken de helm draaien
of zelfs van het hoofd af laten gaan wanneer deze niet juist is vastgemaakt.
2.2 De helm mag niet draaien, vrij over het hoofd bewegen of afgaan. Indien dit wel het geval
is, moet de lengte van het bandje worden afgesteld of moet een andere helmmaat worden
genomen. Herhaal de test.
3
SLUITINGSSYSTEEM
3.1 Het sluitingssysteem (bandje) is op een standaardlengte afgesteld. Controleer voor gebruik de juiste
voorafstelling.
3.2 Controleer altijd of het bandje goed is vastgemaakt en strak zit, zodat de helm stevig op het hoofd
zit. Controleer in elk geval voordat u wegrijdt of het bandje goed strak onder de kin zit en zo dicht
mogelijk in de buurt van de keel, maar zonder dat hij oncomfortabel zit.
3.3 De juiste spanning van het bandje moet een goede ademhaling en normaal slikken mogelijk maken,
zonder dat er een vinger tussen het bandje en de keel kan worden gestoken.
LET OP
De drukknop die eventueel op het bandje zit heeft uitsluitend de functie om het wapperen van
het uiteinde van het bandje te verhinderen, nadat u hem goed hebt vastgemaakt.
VIZIER
-
Als het vizier beschadigd is en duidelijke krassen heeft die het zicht beperken, is de beschermende
behandeling waarschijnlijk beschadigd en moet het vizier dus worden vervangen.
-
Het vizier mag uitsluitend worden gebruikt voor het helmmodel waarvoor het ontworpen is.
-
Breng geen stickers en lak op het vizier aan.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP
De helm en het vizier kunnen ernstig beschadigd raken door enkele veel voorkomende stoffen
zonder dat de schade zichtbaar is. Gebruik voor de reiniging van de helm en het vizier uitslui-
tend lauw water en neutrale zeep en droog ze bij omgevingstemperatuur, beschermd tegen
zon en/of warmtebronnen.
LET OP
Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, benzeen, oplosmiddelen of andere chemische
stoffen, omdat ze:
-
de helm onherstelbaar beschadigen;
-
de optische eigenschappen wijzigen, de mechanische eigenschappen beperken en de beschermen-
de behandeling van het vizier verzwakken.
A
VEILIGHEID EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
N70-2 GT
NL
87