Schakel de machine altijd uit alvorens
het netsnoer aan te sluiten en uit het
stopcontact te trekken!
Zie figuur [2] voor het aansluiten en ontkop-
pelen van het netsnoer [1-11].
Schuif de inschakelblokkering [1-6] naar
boven en druk op de in-/uitschakelaar [1-7]
(drukken = IN / loslaten = UIT).
De activering van de inschakelblokke-
ring ontgrendelt het invalzaagmecha-
nisme. Het zaagaggregaat kan naar
beneden worden bewogen. Hierbij komt het
zaagblad uit de beschermkap.
7
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact!
7.1
Elektronica
De machine (TS 55 REBQ, TS 55 REQ) bezit
een volledige golfelektronica met de volgen-
de kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop
zorgt ervoor dat de machine stootvrij aan-
loopt.
Constant toerental
Het motortoerental wordt elektronisch con-
stant gehouden. Hierdoor wordt ook bij be-
lasting een gelijkblijvende snijsnelheid be-
reikt.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop [1-10]
traploos in het toerentalbereik (zie Techni-
sche gegevens) ingesteld worden. Hierdoor
kunt u de zaagsnelheid optimaal aan het be-
treffende oppervlak aanpassen (zie tabel 1).
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge motortemperatuur worden
stroomtoevoer en toerental gereduceerd. De
machine loopt alleen nog op beperkt vermo-
gen om een snelle afkoeling door de motor-
ventilatie mogelijk te maken. Wanneer de te
hoge temperatuur aanhoudt, schakelt de
machine na ca. 40 sec volledig uit. Hij kan
pas weer worden ingeschakeld als de motor
is afgekoeld.
Stroombegrenzing
De stroombegrenzing zorgt er bij extreme
overbelasting voor dat de hoogte van de
stroomopname toelaatbaar blijft. Dit kan lei-
den tot een lager motortoerental. Na ontlas-
ting komt de motor direct weer op toeren.
Rem
De TS 55 REBQ bezit een elektronische rem.
Na het uitschakelen wordt het zaagblad in
ca. 2 sec. elektronisch tot stilstand afge-
remd.
7.2
Zaagdiepte instellen
De zaagdiepte kan van 0 - 55 mm bij de
zaagdiepteaanslag [3-1] worden ingesteld.
Het zaagaggregaat kan nu tot de ingestelde
zaagdiepte naar beneden worden gedrukt.
Zaagdiepte zonder geleiderail
max. 55 mm
Zaagdiepte met geleiderail FS
+FS
max. 51 mm
7.3
Zaaghoek instellen
tussen 0° en 45°:
Open de draaiknoppen [4-1].
Breng het zaagaggregaat in de gewenste
zaaghoek [4-2].
Sluit de draaiknoppen [4-1].
De beide standen (0° en 45°) zijn stan-
daard ingesteld en kunnen door de klan-
tenservice worden aangepast.
Schuif bij hoekzaagsnedes het kijk-
venster/de splinterbescherming in de
hoogste positie!
op ondersnijding -1° en 47°:
Draai het zaagaggregaat zoals boven be-
schreven in de eindstand (0°/45°).
Trek de ontgrendeling [4-3] iets naar bui-
ten.
Het zaagaggregaat valt in de -1°/47°-
stand.
Sluit de draaiknoppen [4-1].
7.4
Zaagblad wisselen
VOORZICHTIG
Heet en scherp gereedschap
Gevaar voor letsel
Draag veiligheidshandschoenen.
TS 55
NL
49