Bosch GIS 1000 C Professional Notice Originale page 90

90 | Nederlands
Voor metingen van de oppervlaktetemperatuur kunt u kiezen
of de minimum- en maximumwaarde (j) van de
resultaatschaal (k) automatisch aangepast of handmatig
vastgelegd moeten worden. Ga hiervoor in het menu
<Gebruikersmodus> naar het submenu <Schaalbereik>.
– Kies <auto>, wanneer de waarden (j) zoals in de opper-
vlaktetemperatuurmodus automatisch moeten worden
bepaald. De minimale en de maximale temperatuurwaar-
de van het meetproces verschijnen in de aanduiding (j),
zodra het verschil van de meetwaarden meer dan 3 °C be-
draagt.
– Kies <vooringesteld> om de waarden handmatig vast te
leggen. Stel de gewenste waarden in het menu
<Gebruikersmodus> onder <Schaal ondergrens> en
<Schaal bovengrens> in. In de aanduiding (j) verschij-
nen de handmatig ingestelde minimum- en maximum-
waarde. Op deze manier kunt u bijv. schermfoto's van
verschillende metingen aan de hand van de markering (p)
vergelijkbaar maken.
Oppervlaktetemperatuur-alarm
Het oppervlaktetemperatuur-alarm kan in alle modi behalve
de contacttemperatuurmeting worden gebruikt. U kunt een
minimum- en een maximumtemperatuur vastleggen.
Als de waarde onder de minimumtemperatuur komt, knip-
pert de aanduiding temperatuuralarm (m) blauw en bij inge-
schakeld geluidssignaal is een waarschuwingssignaal te ho-
ren.
Als de waarde boven de maximumtemperatuur komt, knip-
pert de aanduiding temperatuuralarm (m) rood en bij inge-
schakeld geluidssignaal is een waarschuwingssignaal te ho-
ren.
Om het oppervlaktetemperatuur-alarm te gebruiken, opent u
het <Hoofdmenu>(zie „Navigeren in het <Hoofdmenu>",
Pagina 91).
– Selecteer het submenu <Alarm>.
– Zet <Alarm min/max> op <aan>.
– Stel onder <Alarm min> de minimumtemperatuur in.
– Stel onder <Alarm max> de maximumtemperatuur in.
Minimum- en maximumtemperatuur worden ook opgesla-
gen, wanneer u het alarm op <uit> zet.
Gegevensoverdracht
Meetresultaten opslaan/weergeven/verzenden
Na voltooiing van een meting verschijnt op het display het
opslaan-symbool om aan te geven dat u de meetresultaten
kunt opslaan. Druk hiervoor op de opslaan-/zendtoets (9).
De meetresultaten worden als JPG-bestand (schermfoto van
vastgezet display) opgeslagen.
– Voor het weergeven van opgeslagen
schermfoto's drukt u op de linker
functietoets (17) onder het
galerijsymbool (q). Op het display verschijnt
de laatst opgeslagen foto.
1 609 92A 4X3 | (03.11.2020)
– Druk op de pijltoetsen rechts (11) of
links (15) om tussen de opgeslagen scherm-
foto's te bladeren.
– Voor het verzenden van het weergegeven
meetresultaat per Bluetooth® drukt u op de
opslaan-/zendtoets (9). Als de Bluetooth®-
verbinding nog niet is ingeschakeld (zie „Ge-
gevensoverdracht via Bluetooth®", Pagi-
na 90), wordt deze door het drukken op de
opslaan-/zendtoets geactiveerd.
– Voor het wissen van de weergegeven
schermfoto drukt u op de rechter
functietoets (10) onder het prullenbak-sym-
bool.
– Om het wissen te bevestigen, drukt u op de
linker functietoets (17) onder het vinkje-
symbool.
– Om het wissen te annuleren, drukt u op de
rechter functietoets (10) onder het kruis-
symbool.
– Om de galerijweergave te verlaten en terug
te keren naar de meetmodus, drukt u op de
linker functietoets (17) onder het Terug-
symbool.
U kunt ook alle opgeslagen bestanden in één keer wissen (zie
„<Alle foto's wissen>", Pagina 92).
Gegevensoverdracht via USB-interface
Open de afdekking van de micro-USB-bus (1). Verbind de
micro-USB-bus (26) van het meetgereedschap via de mee-
geleverde micro-USB-kabel (8) met uw computer.
Schakel het meetgereedschap nu met de aan/uit-toets (12)
in.
Open op uw computer de bestandsbrowser en selecteer het
station GIS 1000 C. De opgeslagen bestanden kunnen uit
het interne geheugen van het meetgereedschap gekopieerd,
naar uw computer verplaatst of gewist worden.
Zodra u het gewenste proces heeft beëindigd, koppelt u het
station standaard van de computer los en schakelt vervol-
gens het meetgereedschap met de aan/uit-toets (12) weer
uit.
Let op: Meld het station altijd eerst bij uw besturingssys-
teem af (station uitwerpen), omdat anders het interne ge-
heugen van het meetgereedschap kan worden beschadigd.
Verwijder de micro-USB-kabel tijdens het meten en sluit de
afdekking (1).
Houd de afdekking van de USB-poort altijd gesloten, zodat
er geen stof of spatwater in de behuizing kan binnendringen.
Aanwijzing: Verbind het meetgereedschap via USB uitslui-
tend met een computer. Bij aansluiting op andere apparaten
kan het meetgereedschap worden beschadigd.
Gegevensoverdracht via Bluetooth®
Het meetgereedschap is uitgerust met een Bluetooth®-mo-
dule waarmee gegevens van het meetgereedschap draad-
loos kunnen worden overgebracht naar een mobiel eindap-
paraat. Voor het gebruik worden speciale Bosch-applicaties
Bosch Power Tools