newmotion Renault Edition Home Basic 7,4 kW Manuel D'installation page 40

5. INSTALLATIEPROCEDURE
De CT's aangesloten op L1, L2 en L3 moeten in de juiste
volgorde worden aangesloten op de eerste, tweede
en derde fase van de huisaansluiting. Op de CT staan
pijlen, maar de richting is niet belangrijk.
De voedingskabelaansluiting op het klemmenblok van
de laadpaal moet overeenkomen met de L1, L2 en L3 in
de huisaansluiting. Bij een 1 fase geïnstalleerde laadpaal
moet de L1-CT overeenkomen met de geleiding die is
aangesloten op de L1 van het klemmenblok.
Waarschuwing: houd de module en de laadpaal tijdens
de installatie uitgeschakeld.
Stap 1: Voer de UTP-kabel(s) door de rubberen dop op
de kabeldoorvoer datakabel;
Stap 2: Klem een RJ12-connector op de kabel en sluit
deze vervolgens aan op de P1-poort, zoals aangegeven
in het hoofdstuk '3.4.2 Overzicht Installatieaccessoires';
Stap 3: Sluit de voedingsadapter nog niet aan op het
stopcontact;
Stap 4: Sluit de draden van de voedingsadapter
aan op de module. Een van de twee draden van de
voedingsadapter heeft een gebroken witte streep. Deze
draad is de voedingsadapter GND en moet daarom
worden aangesloten op de GND-pen (rechts) op de
module. De andere draad is de +5 Volt en moet worden
aangesloten op de +5V pin (links) van de module. De
middelste pin wordt niet gebruikt;
Stap 5: Sluit de CT('s) aan op de module;
Stap 6: Installeer de module op de DIN-rail in de
meterkast;
Stap 7: Breng de CT('s) aan op de netaansluiting(en).
Zorg ervoor dat de CT('s) zodanig geplaatst worden dat
het totale stroomverbruik van een fase wordt gemeten;
Stap 8: Steek de voedingsadapter in een stopcontact.
De PWR-LED moet gaan branden;
Stap 9: De CS LED zal (na een paar seconden) gemeten
stroom aangeven nadat de stroom is ingeschakeld;
Stap 10: Maak de kabel tussen de laadpaal en de
module klaar voor gebruik. De maximale lengte van
de kabel tussen de laadpaal en de module voor het
afwerpen van de lading is 20 meter.
Stap 11: Sluit beide RJ12-connectoren aan op de
module en laadpaal, zorg ervoor dat het plaatsten
van de connectoren gebeurd zonder dat de stroom
ingeschakeld is
INSTALLATIEHANDLEIDING – P40
INSTALLATIEHANDLEIDING – P40 | P40
Als beide uiteinden van de kabel correct zijn aangesloten
op de laadpaal & Load Shedding module en gevoed, zal
de P1 LED aangeven of de verbinding correct is.
5.6 LOKALE CONFIGURATIE
Zorg ervoor dat zowel de laadpaal als de laptop
minstens 5 minuten van stroom worden voorzien.
Ga verder met hoofdstuk 6 en volg de instructies voor de
lokale configuratie.
5.7 AFWERKEN (SLUITEN VAN DE
BEHUIZING)
Stap 1: controleer of de rubberen afdichting goed op zijn
plaats zit;
Stap 2: plaats de kap op de laadpaal;
Stap 3: draai de vier meegeleverde M4 x 12 mm bouten
rondom de socket handvast aan zodat de kap netjes
sluit op het rubber zonder het rubber te vervormen;
Stap 4: draai de andere twee meegeleverde M4 x12 mm
bouten in de onderzijde van de kap handvast aan;
Stap 5: draai het aansluiting-klepje in de kap en draai de
meegeleverde M4 x 16 mm bout handvast;
Stap 6: schakel de stroom van de laadpaal in;
Stap 7: wacht tot de laadpaal volledig is opgestart (ca.
10 minuten, LED moet uit zijn)
VERSION 0129NM02INT01
0520NM19INT03