MONTAGE VAN DE HANDCIRKELZAAG
Trek de intrekbare veiligheidskap van de handcirkelzaag naar achteren en zet de machine in het midden van het splijtinzetstuk.
Maak de snededieptevergrendeling van de handcirkelzaag los en schuif de snedediepte volledig uit. Maak de snededieptevergrendeling vast.
LET OP: Controleer nu de afstand van de voorste tand van het cirkelzaagblad tot de voorzijde van het splijtinzetstuk. Deze afstand moet
minder zijn dan 20 mm.
Lijn de voorzijde van de handcirkelzaag uit samen met de 0-markering op de grondplaat van de handcirkelzaag en de beide markeringshulplijnen
op de machineplaat. Bij de achterzijde van de handcirkelzaag lijnt u het cirkelzaagblad met de splijtwig gecentreerd uit (afb. D.1). Opmerking:
Het beste zicht om te controleren of de uitlijning correct is, hebt u achter de splijtwig naar het cirkelzaagblad toe, omdat het cirkelzaagblad meer
materiaaldikte heeft dan de splijtwig. Nadat u de handcirkelzaag hebt uitgelijnd, monteert u eerst de beide zijaanslagen zodanig dat deze
over het hele oppervlak in contact zijn met de grondplaat van de machine. Monteer vervolgens de beide spanbekken (afb. D.2).
LET OP: Controleer nogmaals of het cirkelzaagblad gecentreerd op de splijtwig is uitgelijnd. Zo niet, dan moet de handcirkelzaag opnieuw
worden uitgelijnd.
Bevestig nu een andere zijde van de grondplaat. Monteer eerst de hoeksteun met twee zijaanslagen. Let erop dat er over het hele oppervlak
contact is met de grondplaat. Monteer vervolgens op de tegenoverliggende zijde op dezelfde wijze een hoeksteun met twee zijaanslagen.
Monteer nu de beide spanbekken (afb. D.3). De spanbekken moeten zo ver mogelijk in de richting van de grondplaat worden gemonteerd.
Opmerking: Andere montagemogelijkheden bij verschillende grondplaten vindt u op de pagina´s 13 - 15.
Instellen van de veiligheidsafstand tussen splijtwig en cirkelzaagblad met behulp van de instelmaat.
Sluit de machineplaat (afb. E.1). Monteer de afgebeelde onderdelen op de splijtwig (afb. E.2). Draai de schroef en de kartelmoer van de splijtwig
vast, monteer de schroef en de kartelmoer voor in de behuizing slechts losjes (afb. E.3). Maak nu met de inbussleutel de splijtwigbevestiging los
(afb. E.4). Schuif de splijtwig verticaal naar beneden om het cirkelzaagblad (afb. E.5). Schuif de splijtwig zo ver naar beneden dat minstens één tand
van het cirkelzaagblad tot in de behuizing van de instelmaat ligt (detail E.6). Draai nu de voorste kartelmoer vast (afb. E.6). Na het vastdraaien
van de inbusschroef hebt u de veiligheidsafstand van max. 5 mm van het cirkelzaagblad tot de splijtwig ingesteld (afb. E.7). Schroef daarna
de instelmaat los van de splijtwig (afb. E.8).
LET OP: Controleer nu nogmaals of het cirkelzaagblad gecentreerd op de splijtwig is uitgelijnd (detail in afb. E.8) en de veiligheidsafstand tussen
cirkelzaagblad en splijtwig nog steeds max. 5 mm is (detail in afb. E.6). Zo niet, dan moet de handcirkelzaag opnieuw worden uitgelijnd.
LET OP: Controleer vóór alle werkzaamheden of de splijtwig en het montagemateriaal goed vastzitten!
Vergrendel nu de machineplaat zoals in afbeelding 17 wordt weergegeven. De tafel is nu gereed voor stationair zagen. Lees hiervoor het gedeelte
¨Stationair zagen met de handcirkelzaag¨.
Aanpassen van de snijdiepte
Als de snijdiepte van de handcirkelzaag wordt gewijzigd moet de splijtwig in de hoogte worden aangepast om de veiligheidsafstand van max. 5 mm
tot het handcirkelzaagblad te waarborgen. Maak eerst de splijtwig los met de inbussleutel. Stel nu de gewenste snijdiepte van de handcirkelzaag in.
Trek nu de snededieptevergrendeling vast. Monteer en positioneer de instelmaat samen met de splijtwig, zoals in de afbeeldingen E.1 tot E.8 wordt
weergegeven.
Verticale versteksneden
Bij vertikale versteksneden moet de handcirkelzaag opnieuw worden uitgelijnd. Stel de gewenste verstekhoek op de handcirkelzaag in.
Trek de intrekbare veiligheidskap van de handcirkelzaag naar achteren en zet de machine in het midden van het splijtinzetstuk. Maak de
snededieptevergrendeling van de handcirkelzaag los en schuif de snedediepte volledig uit. Maak de snededieptevergrendeling vast (afb. F.1 en F2).
Maak de inbusschroef los en draai de splijtwig totdat deze exact naar het midden van het cirkelzaagblad is gedraaid (afb. F.3).
LET OP: Controleer nu de afstand van de voorste tand van het cirkelzaagblad tot de voorzijde van het splijtinzetstuk. Deze afstand moet minder
zijn dan 20 mm (afb. F.4).
Draai de inbusschroef vast (afb. F.5).
LET OP: Lijn nu het cirkelzaagblad evenwijdig in het splijtinzetstuk uit en let er tevens op dat het cirkelzaagblad steeds gecentreerd
op de splijtwig zit.
Monteer nu de beide zijaanslagen zodanig dat deze over het hele oppervlak in contact zijn met de grondplaat van de machine. Monteer vervolgens
de beide spanbekken. Bevestig nu een andere zijde van de grondplaat. Monteer eerst de hoeksteun met twee zijaanslagen. Let erop dat er over
het hele oppervlak contact is met de grondplaat. Monteer vervolgens op de tegenoverliggende zijde op dezelfde wijze een hoeksteun met twee
zijaanslagen. Monteer nu de beide spanbekken. De spanbekken moeten zo ver mogelijk in de richting van de lange zijde van de grondplaat
worden gemonteerd (afb. G).
Instellen van de veiligheidsafstand tussen splijtwig en cirkelzaagblad met behulp van de instelmaat.
Sluit de machineplaat (afb. H.1). Monteer de afgebeelde onderdelen op de splijtwig (afb. H.2). Draai de schroef en de kartelmoer van de splijtwig
vast, monteer de schroef en de kartelmoer voor in de behuizing slechts losjes (afb. H.3). Maak nu met de inbussleutel de splijtwigbevestiging los
(afb. H.4). Schuif de splijtwig in dezelfde hoek van het cirkelzaagblad naar het cirkelzaagblad toe (afb. H.5). Schuif de splijtwig er zo ver naartoe dat
minstens één tand van het cirkelzaagblad tot in de behuizing van de instelmeter komt (detail H.6). Draai nu de voorste kartelmoer vast (afb. H.6).
Na het vastdraaien van de inbusschroef hebt u de veiligheidsafstand van max. 5 mm van het cirkelzaagblad tot de splijtwig ingesteld (afb. H.7).
Schroef daarna de instelmaat weer los van de splijtwig. Vergrendel nu de machineplaat zoals in afbeelding 17 wordt weergegeven
en controleer nogmaals de vrijloop van het cirkelzaagblad (afb. I).
LET OP: Controleer nu nogmaals of het cirkelzaagblad gecentreerd op de splijtwig is uitgelijnd (detail in afb. I) en de veiligheidsafstand tussen
cirkelzaagblad en splijtwig nog steeds max. 5 mm is (detail in afb. H.6). Zo niet, dan moet de handcirkelzaag opnieuw worden uitgelijnd.
LET OP: Controleer vóór alle werkzaamheden of de splijtwig en het montagemateriaal goed vastzitten!
De tafel is nu gereed voor stationair zagen. Lees hiervoor het gedeelte ¨Stationair zagen met de handcirkelzaag¨.
L
69