Naam en functie van knoppen en symbolen
8
5
6
24
7
9
12
10
23
22
34
29
27
30
28
1.
KOELEN/VERWARMEN AAN/UIT-KNOP
De AAN/UIT-knop start of stopt de verwarm- of koelfunctie van
de unit.
Wanneer de unit op een externe kamerthermostaat is
aangesloten, werkt deze knop niet en verschijnt het symbool
Door te dikwijls achtereenvolgens op de AAN/UIT-knop te
drukken kan een storing in het systeem ontstaan (maximaal
20 keer per uur).
LET OP
De
y
-knop heeft geen invloed op de verwarming van
water voor huishoudelijk gebruik. De verwarming van
water voor huishoudelijk gebruik kan alleen met de
v
-knop worden in- en uitgeschakeld.
2.
BEDRIJFS-LED
0
De bedrijfs-LED brandt tijdens het koelen of verwarmen van
ruimten. De LED knippert wanneer zich een storing voordoet.
Wanneer de LED niet brandt, is het koelen of verwarmen van
ruimten niet actief terwijl de andere werkingsstanden nog wel
actief kunnen zijn.
3.
SYMBOLEN WERKINGSSTAND(EN)
Deze symbolen geven de actuele werkingsstand(en) aan:
verwarmen van ruimten (
h
), koelen van ruimten (
van water voor huishoudelijk gebruik (
(
s
). Binnen bepaalde beperkingen kunnen verschillende
standen worden gecombineerd, bijv. verwarmen van ruimten en
van water voor huishoudelijk gebruik. De overeenkomstige
symbolen voor de stand worden dan tegelijk weergegeven.
Bij een installatie met alleen verwarmen wordt het symbool
nooit weergegeven.
Als de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik niet
geïnstalleerd is, wordt het symbool
4.
SYMBOOL EXTERNE BESTURING
Dit symbool geeft aan dat uw installatie door een externe
besturing met een hogere prioriteit wordt bestuurd. Deze
externe kamerthermostaat kan het verwarmen/koelen van
ruimten starten en stoppen en de werkingsstand veranderen
(koelen/verwarmen).
Wanneer een externe kamerthermostaat met een hogere
prioriteit is aangesloten, werkt de weektimer voor koelen en
verwarmen van ruimten niet.
5.
DAG VAN DE WEEK-INDICATOR
Deze indicator geeft de huidige weekdag weer.
De indicator geeft de ingestelde dag weer wanneer u de
weektimer raadpleegt of programmeert.
Gebruiksaanwijzing
3
15
18
3
16
2
17
1
4
14
21
19
11
20
13
25
26
33
32
31
y
e
hcws
c
), verwarmen
w
) of geluidsarme stand
w
nooit weergegeven.
e
1234567
6.
KLOKWEERGAVE
Het klokdisplay geeft de huidige tijd weer.
Het klokdisplay geeft de actietijd weer wanneer u de weektimer
raadpleegt of programmeert.
7.
WEEKTIMERSYMBOOL
Dit symbool geeft aan dat de weektimer ingeschakeld is.
8.
ACTIESYMBOLEN
Deze symbolen geven de programmeeracties voor elke dag van
de weektimer aan.
9.
UIT-SYMBOOL
x
Dit symbool geeft aan de UIT-actie is geselecteerd wanneer u
de weektimer programmeert.
10. INSPECTIE VEREIST
Deze symbolen geven aan dat een inspectie van de installatie
vereist is. Raadpleeg uw verdeler.
11. WEERGAVE INGESTELDE TEMPERATUUR
Dit display geeft de huidige ingestelde temperatuur van de
installatie weer.
12. INSTELLING
$
Niet van toepassing. Alleen voor installatiedoeleinden.
13. NIET BESCHIKBAAR
Dit symbool verschijnt wanneer een niet-geïnstalleerde optie
wordt aangesproken of een functie niet beschikbaar is.
14. SYMBOOL ONTDOOI-/OPSTARTSTAND
Dit symbool geeft aan dat de ontdooi-/opstartstand actief is.
.
15. COMPRESSORSYMBOOL
Dit symbool geeft aan dat de compressor in de unit actief is.
16. BACKUPVERWARMING TRAP ÉÉN
Deze symbolen geven aan dat de backupverwarming van de
unit werkt, bij een grote vraag naar verwarmingscapaciteit. De
backupverwarming voorziet een extra verwarmingscapaciteit bij
een lage buitentemperatuur (hoge verwarmingsbelasting).
17. SYMBOOL BOOSTERVERWARMING
Dit symbool geeft aan dat de boosterverwarming actief is. De
boosterverwarming biedt een bijkomende verwarming voor de
tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik.
De boosterverwarming zit in de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik.
Het symbool wordt niet gebruikt wanneer de tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik niet geïnstalleerd is.
18. POMPSYMBOOL
é
Dit symbool geeft aan dat de circulatiepomp actief is.
19. WEERGAVE BUITENTEMPERATUUR
Wanneer dit symbool knippert, wordt de buitentemperatuur
weergegeven.
20. SYMBOOL WEERSAFHANKELIJK INSTELPUNT
c
Dit symbool geeft aan dat de controller het temperatuurinstel-
punt automatisch aanpast op basis van de buitentemperatuur.
21. TEMPERATUURSYMBOOL
Dit symbool verschijnt wanneer de wateruitlaattemperatuur van
de unit, de buitentemperatuur en de temperatuur van het water
in de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik worden
weergegeven.
Het symbool verschijnt ook wanneer het temperatuurinstelpunt
is ingesteld in de programmeerstand van de weektimer.
22. TESTSTANDSYMBOOL
Dit symbool geeft aan dat de unit in de teststand staat.
Raadpleeg de montagehandleiding.
23. LOKALE INSTELLING
Deze code stelt de code van de lokaal ingestelde lijst voor.
Raadpleeg de montagehandleiding.
24. STORINGSCODE
Deze code verwijst naar de storingscodelijst en wordt alleen
gebruikt voor servicedoeleinden. Raadpleeg de montage-
handleiding.
8
p
q
k
en
l
9
n
d
ç
(
OF TRAP TWEE
m
u
b
t
;
:
R(D/B)LQ011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem en opties
§
a
4PW53150-1