Impact 440
5
SPuITTecHNIeK
Spuitgevaar. Spuit nooit zonder de bescherming
van de spuitkop. Haal NOOIT de trekker van
het pistool over wanneer de sproeikop zich
niet in de spuit- of ontstoppingsstand bevindt.
Activeer ALTIJD de grendel van de trekker van
het pistool voordat u de spuitkop verwijdert,
vervangt of reinigt.
A) Voor een goede verfbeurt is een gelijke coating over
het hele oppervlak uiterst belangrijk. Beweeg uw arm
tegen een constant snelheid en houd het spuitpistool
op een constante afstand van het oppervlak. De beste
spuitafstand is 25 tot 30 cm tussen de spuitkop en het
oppervlak.
A
B) Houd het spuitpistool in een rechte hoek ten opzichte
van het oppervlak. Dit betekent dat u uw hele arm naar
achteren en naar voren moet bewegen in plaats van uw
pols te buigen.
Houd het spuitpistool loodrecht op het oppervlak, anders
wordt een uiteinde van het patroon dikker dan het
andere.
B
c) Haal de trekker van het pistool over nadat u de werkslag
bent gestart. Laat de trekker los voordat u de werkslag
stopt. Het spuitpistool zou moeten bewegen wanneer de
trekker wordt overgehaald en losgelaten. Overlap elke
werkslag voor ongeveer 30%. Dit zorgt voor een effen
coating.
25 - 30 cm
c
25 - 30 cm
Bij zeer scherpe randzones en strepen in de
i
spuitstraal moet de spuitdruk worden verhoogd,
of het materiaal worden verdund.
spuittechniek
25 - 30 cm
67