Installatie
4.1.3 Gasaansluiting
De koelkast is uitsluitend voorzien voor
gebruik
met
vloeibaar
propaan/butaan. Gebruik nooit stadsgas,
aardgas of lpg!
De deskundige aansluiting moet worden
uitgevoerd door een erkende deskundige .
Neem de telkens geldige nationale voor-
schriften voor het gebruik van op vloeibaar
gas werkende apparaten in acht.
- Technische regels EN 732
Er moet een vast ingestelde drukregelaar
(1), afb. 3, (drukreduceerklep) in de aan-
voerleiding naar het apparaat zijn geïn-
stalleerd. De koelkast mag met geen
andere dan op het typeplaatje vermelde
druk worden gebruikt.
De koelkast moet met een flexibele veilig-
heidsslang op de gasfles worden aangeslo-
ten.
Kies een lengte die voldoende is om de
flexibele slang zonder knikken aan te
sluiten. De flexibele slang mag niet langer
zijn dan 1,5 m.
Het gas wordt op het apparaat aangesloten
door middel van een snijring- (Ermeto-)
schroefverbinding L8, conform EN 1949.
De flexibele slang moet conform de in de
betreffende nationale bepalingen voorge-
schreven tijdsintervallen worden vervan-
gen.
Na aansluiting op de gasfles moeten een
dichtheidscontrole op alle aansluitingen
alsmede een vlamproef van de brander
worden uitgevoerd. Gebruik voor de dicht-
heidscontrole een lekopspoorspray of een
schuimvormend middel. Controleer de
aansluitpunten na het openen van het ven-
tiel van de fles op eventuele belletjes.
gas,
zoals
Gebruik nooit open vuur, als u het appa-
raat en de aanvoerleiding op lekken
controleert!
12
GEVAAR !
Flesventiel
Detail
SW 14
SW 17
1
1
Afb. 3