Draai de sleutel, de motor start.
Duw onmiddellijk na de start de chokehendel van de "CHOKE"-stand naar de
"RIJDEN"-stand. (Als de temperatuur laag is, laat de motor dan enkele minuten
draaien vooraleer u begint te werken.)
De bedieningselementen gebruiken voor het maaien
Maaiblad is in werking zodra de motor wordt gestart. Terwijl de machine werkt moet u de
veiligheidshendel in werkstand houden. De motor stopt zodra u de motorbedieningsstang
loslaat.
Laat de hendel los om de motor te stoppen telkens u de grasmaaier moet achterlaten.
Sleutel uit het contactslot
RIJDEN « RUN »
67