nl Alarm
M
Alarm
Deuralarm
A l a r m
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld
wanneer de deur van het apparaat
langer dan een minuut openstaat.
Deur sluiten of op toets Alarm
■
drukken.
Het alarmsignaal wordt
uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Wanneer het te warm wordt in het
vriesvak, wordt het temperatuuralarm
(intervaltoon) geactiveerd.
Attentie!
Bij het ontdooien kan er
bacterievorming ontstaan en kunnen
de diepvrieswaren bederven
Half of geheel ontdooide
diepvrieswaren niet opnieuw invriezen.
Het voedsel pas na het koken of braden
opnieuw invriezen. De maximale
bewaartijd niet meer ten volle benutten.
Aanwijzing: In de volgende gevallen
kan een alarmsignaal klinken zonder
dat er gevaar voor de diepvrieswaren
bestaat:
Het apparaat wordt in gebruik
■
genomen.
Er worden grote hoeveelheden verse
■
levensmiddelen ingeruimd.
De deur van het vriesvak staat te
■
lang open.
104
Hoogste temperatuur weergeven en
alarmsignaal uitschakelen:
Toets Alarm indrukken.
■
De indicatie toont kort de hoogste
temperatuur die in het diepvriesvak
heeft geheerst. Daarna toont de
indicatie weer de ingestelde
temperatuur.
Vanaf dit moment wordt de warmste
temperatuur opnieuw bepaald en
opgeslagen.
Aanwijzing: Toets Alarm brandt tot
de ingestelde temperatuur weer is
bereikt.
U
Koelvak
Het koelvak is geschikt voor het
K o e l v a k
bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, bereide
gerechten en bakproducten.
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C ... +8 °C.
Door de koelopslag kunt u ook zeer
bederfelijke levensmiddelen op korte
of middellange termijn bewaren. Hoe
lager de temperatuur, hoe langzamer
de gistingsprocessen, de chemische
processen en het bederf door
micro-organismen verloopt. Een
temperatuur van +4 °C of lager
waarborgt een optimale versheid en
veiligheid van de levensmiddelen.