Publicité
Informations sur le modèle réel :
La puissance de la série des autorails VT95 équipée
d'un moteur était un peu limite lorsqu'elle tractait
une remorque, ou dans certaines rampes, La DB
décida de mettre en commande en 1953 une version
plus puissante équipée d'une double motorisation
appelée VT 98. Cet autorail universel avait de
nombreuses fonctionnalités. Il pouvait être accouplé
a plusieurs remorques, dont de réversibilité, il était
aussi équipé d'un attelage a vis et de tampons pour
desserte de marchandises légère. La DB réceptionna
a partir de 1955, 329 autorails, 310 voitures pilotes
et 320 remorques. Le faible cout d'exploitation et ses
nombreuses utilisations possible en font le „sauveur
des lignes secondaires". La DB AG a reformé le dernier
exemplaire des VT98 en mai 2000, mais beaucoup
on étés sauvés par des associations, ou musés et
fonctionnent encore actuellement.
Informatie over het voorbeeld:
Omdat de railbussen met één enkele motor van
de serie VT 95, zowel als solo voertuigen, alsmede
met bijwagen niet overal goed bevielen, liet de DB
vooral voor baanvakken met veel steigingen in 1953
de tweemotorige serie VT 98 ontwikkelen.
Om dit voertuig zo universeel mogelijk in te kunnen
zetten, werden er rijtuigen van een stuurstand
voorzien. Uitgerust met regulier stoot- en trekwerk
(schroefkoppelingen en verende buffers), konden de
nieuwe dieseltreinen ook enkele goederenwagens
meenemen. Vanaf 1955 zette de Bundesbahn 329
stuurrijtuigen, 310 motorrijtuigen en 320 bijwagens.
Hun rationele en kosteneffectieve gebruik bezorgde
hen het predicaat „Redder van de nevenlijnen".
Hoewel de DB AG hun laatste VT 98 in mei 2000 uit
dienst nam, hebben vele VT 98 treinen bij particuliere
en museale spoorwegbedrijven het tot op heden
overleefd.
5
Publicité
