Informations sur le modele réel:
La locomotive Diesel BR132 a six essieux et une
version améliorée de la Br130 ou V300 de la deutsche
Reichsbahn. Elle fut conçue pour tracter les trains de
marchandises et de voyageurs sur les lignes princi-
pales et secondaires, pour une vitesse de pointe de
120km/h. Elle fut livrée a 709 exemplaires entre 1972
et 1983 et fut l'image de marque des chemins de fer
de la DDR dans les année 70 et 80.
Ces trains ont fortement contribué aux transits au
niveau des frontières avec en tête la grosse machine
rouge. Les amateurs de trains au sein de la DDR l'ont
appelés « la grande russe » ou « la machine russe »
et par la suite, après la chute du mur la « Ludmilla ».
Ces machines furent renumérotés dans la série 232
de la DB Ag. Certains engins furent transformés et
sont devenues des séries 232.9, 233, 234 et 241.
Informatie over het voorbeeld:
Bij de zes-assige dieselelektrische locomotieven van
de serie 132 werd constructief teruggegrepen op
de V 300 / serie 130 van de Deutsche Reichsbahn.
Ontworpen als universeel inzetbare snel- en goede-
rentrein locomotieven voor de hoofd- en belangrijke
nevenlijnen, waren zij voorzien van moderne elektri-
sche treinverwarming en hadden zij een topsnelheid
van 120 km/h. Aan het voor hen bedoelde pakket
van eisen voldeden zij perfect en zij werden beschou-
wd als zeer robuust en betrouwbaar. De van 1972
tot 1983 geleverde 709 exemplaren van deze zware
locomotieven, bepaalden wezenlijk het beeld van de
Oost-Duitse spoorwegen in de jaren 1970 en 1980.
Door de inzet voor de snelle treinen van het grenso-
verschrijdende verkeer tussen de twee Duitse staten,
trokken de rode reuzen ook de aandacht van de
vele spoorwegliefhebbers in de Duitse Bondsrepu-
bliek. De in de DDR „Grote Russen" en „Russische
krachtpatsers" genoemd, kregen de locomotieven na
de val van de muur de bijnaam „Ludmilla". De bij de
DB AG in de serie 232 gerangschikte onverwoestbare
machines, vormden de basis voor nieuwe versies,
zoals 232.9, 233, 234 en 241.
5