(A) Valstopsysteem met een meelopend valstopapparaat aan een flexibele ankerlijn (volgens EN353-2) met een bandvaldemper
(volgens EN355) als verbindingsmiddel (maximale verbindingslengte 0,5 m).
(B) Valstopsysteem met een valbeveiliger (volgens EN360). Hierbij is geen bandvaldemper nodig omdat dergelijke valbeveiligers
zijn uitgerust met een geïntegreerde valstootdemping. Geen extra demping inbouwen. Aanwijzingen van de fabrikant in acht
nemen.
(C) Valbeveiliging met inbegrip van een vaste ankerlijn (volgens EN353). Valstootdemping is geïntegreerd.
Geen extra demping inbouwen. Aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
(D) Verbindingsmiddelen met geïntegreerde bandvaldempers (volgens EN355) in een valstopsysteem.
(E) Valstopsysteem met ingebouwde bandvaldemper (volgens EN355) tussen de bevestigingsring aan de vanggordel en het
statisch verankeringstouw. Valbeveiliging via verankeringspunt (bandlus volgens EN795) met zekeringsapparaat (volgens
EN341, Klasse A).
34