behandeld hout
-
huisafval
-
papierbriketten (bevatten schadelijke
stoffen, zoals bv. cadmium, lood, zink)
-
alle brandbare vloeistoffen (ook methanol,
ethanol) en alle brandpasta's en gels
MILIEU!
Bij de verbranding van deze verboden stoffen
ontstaat een onaangename geur en treden
gezondheids- en milieubelastende emissies op.
Door zulke stoffen in brand te steken over-
treedt u de emissiewetgeving in uw land.
Uw kachel en schoorsteen kunnen door het
gebruik van verkeerde brandstoffen en hun
verbrandingsresidu's beschadigd geraken,
waardoor ze minder goed werken en niet
zo lang meegaan. In dit geval vervallen uw
waarborg en garantie.
10. Regeling van de verbrandingslucht
Wij hebben speciaal voor uw Hase-kachel een ventilatiesy-
steem ontwikkeld dat de gevraagde hoeveelheid lucht ook op
de juiste plaats krijgt.
Bij het aanwakkeren en aanvullen wordt de verbrandingslucht
geregeld met de primaire- en secundaire-luchtafsluiter.
10.1 Primaire lucht
De primaire lucht wordt langs onderen doorheen het roo-
ster in de verbrandingsruimte geleid. Bij het aansteken wordt
de vereiste temperatuur in de verbrandingsruimte zo sneller
bereikt.
10.2 Secundaire lucht
De secundaire lucht wordt via luchtkanalen in de kachel van
boven uit in de stookruimte gebracht. Zij leidt de voorver-
warmde zuurstof, die nodig is om de houtgassen volledig
te verbranden, in de stookruimte binnen en vermindert de
roetvorming op het glas.
Voor het regelen van de secundaire lucht kan de volgende
vuistregel gelden: een klein vuur heeft weinig secundaire lucht
nodig, een groot vuur heeft veel secundaire lucht nodig.
WAARSCHUWING!
Wanneer de secundaire luchtafsluiter (fi g. 5)
te ver gesloten is, bestaat het gevaar dat de
verbrandingsgassen onvolledig verbranden
(smeulend vuur), dat roet afgezet wordt op de
vensters, of nog dat de opgestapelde houtgas-
sen explosief verbranden (met een zachte knal
ontploffen).
bij een houtvuur met te ver geopende
primaire luchtafsluiter bestaat het risico
dat de kachel oververhit wordt (smidsvuur).
OPGELET!
De secundaire luchtafsluiter (fi g. 5/II) mag bij
gebruik nooit volledig worden gesloten. De
stookruimte en de aslade moeten echter wel
helemaal dicht zijn.
bediening van het
bediening van het vuurrooster
primaire
primaire
ventilatieklep (I)
ventilatieklep (I)
secundaire
secundaire
ventilatieklep (II)
ventilatieklep (II)
fi g. 5
11. Brandstofhoeveelheden en
verwarmingsvermogen
De hoeveelheid brandstof die u in de kachel legt, is bepalend
voor het verwarmingsvermogen. Vul telkens maximaal 2 kg
brandstof aan. Wanneer u deze hoeveelheid overschrijdt,
bestaat gevaar voor oververhitting. De kachel kan dan bescha-
digd raken en er kan brand in ontstaan.
TIP!
Met ongeveer 1,7 kg brandhout met een lengte
van max. 30 cm en een verbrandingstijd van
ongeveer 45 minuten verkrijgt u een vermogen
van ongeveer 7 kW (bij bruinkoolbriketten 3
stuks met totaal ca. 1,7 kg bij ca. 60 min.).
TIP!
Met ongeveer 0,5 kg brandhout met een lengte
van max. 25 cm en een verbrandingstijd van
ongeveer 40 minuten verkrijgt u een vermogen
van ongeveer 3,5 kW (bij bruinkoolbriketten 1
stuks met totaal ca. 0,8 kg bij ca. 55 min.).
vuurrooster
73