c
Zet de camera uit, breng de
montage-indexen op het objectief
en de camera op gelijke hoogte en
draai het objectief naar links totdat
het vergrendeld is.(Afb. 4)
• Het functioneren van de camera kan
negatief beïnvloed worden als u het
objectief aan de camera bevestigt
terwijl de camera ingeschakeld is.
5. Gebruik van de bajonet-
zonnekap HB-43
Lijn de bevestigingsindex (
zonnekap (een van de twee indexen) uit met
de montage-index op het objectief en draai
de zonnekap naar rechts totdat deze in de
klikstop vergrendelt (Afb. 5).
• Zorg dat de montage-index is uitgelijnd
met de instelindex (
• Als de zonnekap niet juist is bevestigd,
kan er vignettering optreden.
• Om het bevestigen en verwijderen van de
zonnekap te vergemakkelijken, moet u deze
onderaan vasthouden rondom de bevestigingsindex voor de zonnekap, en
niet bij de buitenrand.
Nl
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze omgekeerd op het objectief.
6. Belichting bepalen
De diafragmawaarde die op het LCD-scherm of in de zoeker van de camera
wordt getoond, kan verschillen van de diafragmawaarde die is ingesteld met
de diafragmaring van het objectief wanneer de scherpstelring wordt
rondgedraaid. In dit geval is de diafragmawaarde die op het LCD-scherm of
in de zoeker wordt getoond het effectieve diafragma.
Als u de Nikon D3-camera of D300-
camera gebruikt
a
Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en
tiltknoppen te draaien.(Afb. 2)
b
Selecteer de belichtingsstand van de camera.
c
Bij de belichtingsstand A of M, moet u het
diafragma instellen met de diafragmaring of
de instelknop van de camera. Wanneer u de
132
) op de
).
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6