Pas op
: Voorkom contact met de schrikdraden vooral van hoofd, nek of romp. Klim niet over
een meerdraads schrikdraadraster, erdoorheen of onderdoor. Gebruik voor het oversteken
een poort of een daarvoor bestemde doorgang.
Een schrikdraadapparaat is niet bedoeld om zonder toezicht door kleine kinderen of
gehandicapten personen gebruikt te worden. Houd kleine kinderen onder toezicht om ervoor
te zorgen dat zij niet met het schrikdraadapparaat of het schrikdraadraster spelen.
Een schrikdraadraster mag niet aan twee of meerdere schrikdraadapparaten aangesloten worden.
De afstand van de draden van twee onafhankelijke schrikdraadrasters moet minstens 2,5 m
bedragen. Als deze afstand gesloten moeten worden gebruik hiervoor niet stroomgeleidende
materialen of een geïsoleerde metaalafscheiding (een Poort of Hek).
Prikkeldraad en draad met scherpe punten mag niet aan een schrikdraadapparaat
aangesloten worden.
De stroomvoerende draden van een schrikdraadraster kunnen door niet stroomgeleidende
draden b.v. prikkeldraad aangevuld worden. Hiervoor moeten de stroomvoerende draden zo
aangebracht worden, dat tussen deze en de niet stroomvoerende draden een minimale afstand
van 15 cm gegarandeerd is. De prikkeldraad of draad met scherpe punten moet in regel-
matige afstanden geaard worden. Om veiligheidsredenen bevelen wij aan voor rasters met
afstandisolatoren alleen apparaten met een impulsenergie van onder de 5 Joule te gebruiken.
Volg onze instructies voor de aarding. Zie installatie en test van een aardingssysteem.
Tussen de aardpennen van het schrikdraadapparaat en mogelijke andere componenten die
ook op een aardingssysteem aangesloten zijn, b.v. een telefoonnet moet een minimale afstand
van 10 m zijn.
Aansluitleidingen die binnen gebouwen lopen moeten gescheiden en zover mogelijk van de
geaarde gedeelten van het gebouw geïsoleerd worden. Gebruik hiervoor dubbel geïsoleerde
Grondkabel.
Aansluitleidingen onder de grond moeten door een isolatiebuis gelegd worden. Gebruik
hiervoor dubbel geïsoleerd grondkabel gebruiken. De aansluitleidingen moeten tegen
beschadiging door in de grond zakkende dierpoten of wielen van voertuigen beschermd worden.
Aansluitleidingen mogen niet samen met netstroom, communicatie of datakabels in de zelfde
buis gelegd worden. (d.m.v. slagvaste pvc buis)
Aansluitleidingen en schrikdraden mogen niet over bovengrondse stroom- of
communicatieleidingen lopen.
Kruisingen met bovengrondse stroomleidingen moeten waar mogelijk vermeden worden. Is een
kruising onvermijdelijk dan moeten de leidingen haaks op elkaar aangelegd worden.
Als aansluitleidingen en schrikdraad dichtbij een bovengrondse stroomleiding geïnstalleerd
worden, mag de afstand niet minder zijn dan beneden aangegeven.
- 48 -