Netbewaking:
Grenzen netspanning:
Netfrequentiegrenzen:
Q-modus:
AC-vermogensgrens:
AC-spanningsderating: Status - ON / OFF (AAN / UIT) Spanningsafhankelijke vermo-
Fault Ride Through:
Versie
Weergave van het versienummer en serienummer van in de inverter ingebouwde printpla-
ten (bijvoorbeeld voor servicedoeleinden)
Weergavebereik
GMTi - Tijd voor opnieuw opstarten van de inverter in s
GMTr - Inschakeltijd in s na een netstoring
ULL - Gemiddelde netspanningswaarde gedurende 10 min. in
volt.
LLTrip - Inschakeltijd voor de langdurige spanningsbewaking
UILmax - Hoogste interne netspanningswaarde in volt
UILmin - Laagste interne netspanningswaarde in volt
FILmax - Hoogste interne netfrequentiewaarde in Hz
FILmin - Laagste interne netfrequentiewaarde in Hz
Momenteel ingestelde vermogensfactor cos phi
(bijv. karakteristiek Constant Cos(phi) / Constant Q / Q(U) /
enz.)
Max. P AC - Handmatige vermogensreductie
gensreductie
GVDPRe - Drempelwaarde vanaf waar de spanningsafhankelij-
ke vermogensreductie begint
GVDPRv - Reductiepercentage waarmee het vermogen ver-
minderd kan worden, bijv.: 10% per volt boven de GVDPRe-
drempelwaarde.
Message - Activeert het verzenden van een infobericht via So-
larnet
Status - standaardinstelling: OFF (UIT)
Als deze functie is geactiveerd, schakelt de inverter bij een kort-
stondige AC-spanningsvermindering (buiten de door de netbe-
heerder ingestelde grenzen) niet direct uit, maar wordt de
levering aan het net gedurende een opgegeven tijd voortgezet.
DB min - standaardinstelling: 90%
Instelling voor "Dead Band Minimum" in procenten
DB max - standaardinstelling: 120%
Instelling voor "Dead Band Maximum" in procenten
k-Fac. - standaardinstelling: 0
Display / Display Software / Checksum SW / Datageheugen /
Datageheugen #1 / Vermogensmodule / Vermogensmodule
SW / EMV-filter / Power Stage #3 / Power Stage #4
165