l
3
Als u de koffiesterkte en de vulhoe-
veelheid voor de kanfunctie wilt veran-
deren, gebruikt u de draaiknop
"Kopgrootte" (afbeelding 12) of de
draaiknop "Koffiesterkte" (afbeelding
13) zoals beschreven in de paragraaf
„Koffie zetten met bonen" pagina 83.
0 Kies eventueel met de bladertoetsen
"<"" of "">" het symbool dat overeen-
komt met het aantal koppen dat in de
kan moet worden gezet, b.v.
koppen.
0 Druk op de toets "Kan"
ding 18).
Tijdens het koffie zetten knippert het
kansymbool voor het gekozen aantal
koppen.
Als het koffie zetten afgelopen is, knip-
peren alle kansymbolen afwisselend,
waarbij het symbool voor het gekozen
aantal koppen twee keer zo lang
brandt als de anderen symbolen.
0 Haal nu de warmhoudkan weg en sluit
de deksel (fig. 19) om de koffie lang
warm te houden.
Het apparaat gaat automatisch terug
naar de koffiemodus.
3
Als er te weinig koffiebonen zijn of de
watertank te weinig water bevat om de
gewenste functie te voltooien of het
koffiedikreservoir vol is, onderbreekt
het apparaat het proces en wordt het
lopende programma afgebroken. Nadat
de fout verholpen is, moet het pro-
gramma opnieuw gestart worden.
Daarbij moet u rekening houden met
de hoeveelheid koffie die al in de kan
aanwezig is, om te voorkomen dat de
kan te vol wordt.
3
Als de symbolen
is de koffie te fijn gemalen. U moet de
maalgraadinstelling veranderen; zie
„Maalgraad instellen" pagina 89.
86
8
1
voor 8
8
(afbeel-
0 Draai de draaiknop "Koffiesterkte /
0 Open de deksel van de poederschacht
en
knipperen,
1
Koffie zetten met poeder
Met deze functie kunt u reeds gemalen
koffie, b.v. cafeïnevrije koffie, gebrui-
ken.
Attentie! Vergewis u ervan dat er geen
poeder in de schacht achtergebleven is
en er mogen ook geen vreemde ele-
menten in de schacht komen. De vul-
schacht is geen voorraadreservoir, het
poeder moet direct naar de koffieze-
teenheid gaan.
voorgemalen koffie" (afbeelding 20) in
de gewenste stand
(voor 1 kop) of
(voor 2 koppen) om de functie
voor voorgemalen koffie te kiezen.
Daardoor wordt de koffiemolen buiten
werking gesteld. Eén symbool
1 kop) of beide symbolen
2 koppen) branden.
en doe de verse gemalen koffie erin
(afbeelding 21).
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde
maatlepel. Doe er nooit meer dan 2
afgestreken maatlepels in, anders zet
het apparaat geen koffie of wordt de
gemalen koffie in het apparaat ver-
spreid en vervuilt het of wordt de kof-
fie druppelsgewijs afgegeven en
knipperen de symbolen
Voeg tijdens het zetten geen gemalen
koffie toe. Pas na afloop van het com-
plete zetproces, als het apparaat weer
gereed is, het poeder voor het volgende
kopje erin doen. Doe nooit gemalen
koffie in de machine wanneer deze uit-
geschakeld is, anders wordt die in het
apparaat verspreid.
Gebruik alleen gemalen koffie voor vol-
automatische espressomachines. Geen
koffiebonen, geen in water oplosbare,
gevriesdroogde instantproducten en
ook geen andere soorten drankpoeder
in de schacht doen. Te fijn gemalen
koffie kan tot verstoppingen leiden.
(voor
(voor
en
.