(
Alarm Info
Alarminfo): waarschuwingslampje dat knippert als er alarminformatie is. Ondersteund worden de registratie/instelling/verwijdering van
alarmen en het wissen van alarminformatie.
Zoom-in (Inzoomen): de muis kan worden gebruikt om in te zoomen op beelden in het videoweergavegebied door het muiswieltje te draaien.
(
PTZ control
PTZ-regeling): hiermee zijn bewegingen omhoog/ omlaag/ naar links/ rechts/ auto/ mogelijk, het aanpassen van de PTZ draaisnelheid,
etc. Zie afbeelding 3-8.
(
Lens control
Lensregeling): hier kunnen de zoom, focus, werking van het diafragma worden geregeld, zie afbeelding 3-8.
Brightness (Helderheid): hiermee wordt de helderheid van het beeld geregeld. Zie afbeelding 3-9.
Contrast (Contrast): hiermee wordt het beeldcontrast geregeld. Zie afbeelding 3-9.
PTZ setting (PTZ-instelling): instelling van vooringestelde waarden, tour, tracks, lineaire scan, inactiviteit, IR licht. Zie afbeelding 3-10.
(
Preset setting
Instelling vooringestelde waarde): breng de camera op de aangegeven hoek en locatie met behulp van de richtingsknoppen,
en selecteer vervolgens een vooringestelde waarde in de vervolgkeuzelijst, klik op
(
Call preset
Voorinstelling oproepen): selecteer in de vervolgkeuzelijst het vooringestelde getal dat moet worden opgeroepen, en klik dan op
het op te roepen.
Cruise (Tour): er kunnen 255 vooringestelde waarden worden toegevoegd, de verblijftijd kan worden aangepast van 1 tot 255 s, voor de
toursnelheid kunnen de niveaus 1 t/m 7 worden geselecteerd. Alle tourtracks kunnen onafhankelijk worden opgeroepen en verwijderd.
Clear cruise (Tour wissen):
Call cruise (Tour oproepen):
Tracking path setting (Instelling van het trackpad): selecteer een getal in de vervolgkeuzelijst van tracks, klik op
bewerking uit. Klik daarna op
Call tracking path (Oproep van trackpad): selecteer een getal in de vervolgkeuzelijst van de tracks, klik op
Linear Scan (Lineaire scan): selecteer een getal in de vervolgkeuzelijst van Linear Scan, klik op
stellen en een toegestane PTZ-
bewerking uit te voeren, klik daarna op
horizontaal scannen, en de verticale hoek hangt af van de eindpositie. Het lineaire pad is de kortste route tussen twee punten.
Call linear (Lineaire scan oproepen): selecteer een getal in de vervolgkeuzelijst, klik op
Idle (Inactiviteit): hiermee is instelling van de functie na een tevoren vastgelegde tijdsperiode mogelijk, namelijk voor de instelling van vooringestelde
waarden, tours, tracks en scans. Klik op
om op te slaan, klik op
Als 'Idle' met succes is ingesteld, zal de speed dome camera de ingestelde functie weer uitvoeren na de ingestelde tijdsperiode.
IR light (IR licht): Instelbaar zijn Auto (Automatisch) / Manual (Handmatig); als Auto wordt geselecteerd gaat de IR-led branden volgens de huidige
zoomwaarde:
licht voor kleine afstand (dichtbij) bij een zoomfactor van 1X, licht voor middellange afstand met zoomfactor 2-4X, licht voor grote afstand voor een
zoomfactor van 5X of groter. Als Manual (Handmatig) wordt geselecteerd, zijn er keuzes beschikbaar die lopen van All close (Volledige sluiting) tot All
open (Volledige opening ), met de tussenstappen Near open (Dichtbij ) / Middle open (Middellange afstand) /
Near middle open (Dichtbij-middellange afstand) / Far open (Ver weg) / Far near open (Ver weg/dichtbij) / Middle far open (Middellange afstand/Ver
weg). In totaal zijn er 8 mogelijkheden.
Masking (Maskering): niet beschikbaar
•
Gebogen pijl: herstelt de standaardparameters. Zie afbeelding 3-10.
k
lik op
om alle tourscaninstellingen te wissen.
k
lik op
om de ingestelde tour op te roepen.
om de trackpadinstelling op te slaan en te sluiten.
om de lineaire scaninstelling op te slaan en te sluiten. Lineair scannen ondersteunt alleen
om 'idle' in te stellen en de tijd waarna de camera de toegewezen functie zal hervatten (1-15 min), klik op
om na te gaan of de instelling correct is.
Afbeelding 3- 8
om deze in te stellen.
en voer een toegestane PTZ-
om het trackpad op te roepen.
om de beginpositie van de lineaire scan in te
om de lineaire scan op te roepen.
om
9