Functionaliteit
De bedieningsunit beschikt over
aanrakingsgevoelige schermknop-
pen, wat inhoudt dat de diver-
se bedieningsfuncties door aanra-
king van de bijbehorende knoppen
in gang worden gezet. De ventila-
tie-unit kan tegelijkertijd met de in-
terne en de externe bedieningsunit
worden aangestuurd. Daarbij zijn
de toetsbezettingen en de LED-in-
dicaties van beide bedieningsunits
functioneel gelijk.
Installatie
Alvorens in de ventilatie-
-unit in te grijpen, moet u al-
le polen van de netkabel loskoppe-
len van het stroomnet.
Als er geen RF-module aanwezig
is, moet de elektrische aansluiting
tot stand worden gebracht terwijl
de ventilatie-unit gedemonteerd is.
Neem de montage-instructies in de
betreffende gebruikershandleidin-
gen in acht. Ter bescherming tegen
elektrostatische inwerkingen moet
een antistatische polsband worden
gedragen.
Elektrische aansluiting
Ventilatie-unitzijde:
De bus van de microconnector van
de aansluitkabel moet in de stek-
ker van de microconnector BUS X7
van de besturingsprintplaat van de
ventilatie-unit worden gestoken.
Als er een RF-module aanwezig
is, moet de bus van de microcon-
nector van de aansluitkabel in een
van de dubbele microconnectoren
op de printplaat van de RF-module
worden gestoken.
Het verbindingselement tussen de
aansluitkabel en de ter plekke aan-
wezige kabel naar de externe be-
sturingseenheid is de 2-delige con-
nector met veer- en schroefklem-
men.
De aders van de kabel naar de
externe besturingseenheid moe-
ten op de ventilatie-unit met de
schroefklemmen op de connector
worden aangesloten.
dat de draadbezetting van de veer-
klemmen van de connector over-
eenkomt met die van de veerklem-
men van de aansluitprintplaat van
de besturingseenheid.
externe bedieningsunit
org ervoor
Z
21