Ingebruikname
De draairichting van het zaagblad.
Let er op dat het zaagblad de juiste richting draait. De richting moet
met de op de beschermkap (19)
komen.
U kunt de draairichting veranderen door een
schroevendraaier in de daarvoor bestemde gleuf
in de stekkerkraag te steken en met lichte druk
door een links- of rechtsdraaiende beweging de
juiste draairichting in te stellen.
Zaagblad keuze
Let erop dat u geen stompe of beschadigde zaagbladen gebruikt
en dat de boring van het zaagblad 30 mm is (op het typeplaatje op het
toestel letten).
Aansluiting op het net
Vergelijk de op het typeplaatje van de machine vermelde spanning, bv
400 V met de netspanning en sluit de machine aan het desbetreffend en
reglementair stopcontact aan.
Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 400 V met een aardlek-
schakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Zekering van het net: 16 A traag
In- / uitschakelaar
Gebruik geen toestel, waarbij zich de schakelaar niet laat in- en
uitschakelen. Beschadigde schakelaar moeten onmiddellijk door de
klantenservice worden gerepareerd of worden vervangen.
Inschakelen
Open schakelklep (A).
Druk op de groene knop
Bij stroom uitval schakelt de machine automatisch uit. Om de
machine weer in te schakelen druk op de groene knop.
Uitschakelen
Druk de rode knop
de schakelaarafdekking (A).
Het zaagblad wordt door de ingebouwde motorrem binnen 10
seconden tot stilstand gebracht.
Attentie! Gedurende en kort na de remtijd zoemt de motor.
In deze fase mag de schakelaar in geen geval worden
bediend. (Noch in- noch uitschakelen.) Pa na verstommen
van de zoemtoon mag de motor weer worden
ingeschakeld.
88
aangegeven richting over een
aan de schakelaar.
aan de schakelaar of de rode knop aan
De zaag mag bij defecte rem niet worden geëxploiteerd, d.w.z.
wanneer de tijd tot aan de stilstand van het zaagblad
10 seconden te boven gaat.
Motorveiligheid
De motor is uitgerust met een veiligheidsschakelaar en schaketl
automatisch uit bij overbelasting. De motor kann na een afkoelpauze (ca.
5 – 10 min) weer worden ingeschakeld.
Werken met de zaag
Voor aanvang van de werkzaamheden dient u de volgende punten in
acht te nemen om de kans op verwondingen zo laag mogelijk te
houden.
Zaagblad, kunststofinlegsels, Terughaalveer in orde?
Werkplek opgeruimd?
U mag het apparaat niet gebruiken voordat u deze bedienings-
handleidning heeft gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en het
apparaat als voorgeschreven heeft gemonteerd!
Vóór veranderingen of instellingen aan de zaag (bv zaagblad
vervangen, werkstukaanslag instellen enz.)
− apparaat uitschakelen
− Stilstand van het zaagblad afwachten
− Neem de steker uit het stopcontact.
De volgende punten zijn belangrijk:
Blijf buiten de gevarenzone.
Leg het hout in de wip. Zaag het werkstuk met gelijkmatige druk door.
Verwijder losse delen, spanen en splinters niet met de hand.
Let in ieder geval op alle veiligheidsinstructies.
Werkvoorschriften
1. Zeker de zaag tegen wegrollen.
2. Leg het hout in de wip.
Er kunnen houten van ten minste ∅ 30 mm tot maximaal
∅ 240 mm worden gezaagd.
3. Grijp nu met beide handen de handgreep (14) aan de wip vast en
druk de wip gelijkmatig naar het zaagblad. Geen schoksgewijze
bewegingen!
De weerhaak op de wip voorkomt dat zich het houtstuk
gedurende het zagen verdraaid.
Druk de wip niet te sterk tegen het zaagblad, het motortoerental
dient niet te sterk te dalen!
4. Na het zaagproces wordt de wip door zelfstandige veerdruk weer in
rustpositie gebracht.
Door een gebroken of uitgerekt geraakte terughaalveer (11)
vindt geen zelfstandig terugstellen van de wip plaats. Vervang de
terughaalveer. Zie "Terughaalveer vervangen".
Zaag nooit zonder of met een defecte terughaalveer!
5. Schuif pas na het zaagproces het hout na.
Gedrag bij ongeluk of uitval
1. Druk op de rode knop aan de in-/uitschakelaar.
2. Wacht tot het zaagblad stilstaat.
3. Neem de netsnoer uit het stopcontact.
4. Breng bij verwondingen EHBO-maatregelen op gang.
Gedrag bij geblokkeerd zaagblad door vastgeklemde
houtstukken
1. Druk op de rode knop aan de in-/uitschakelaar.
2. Neem de netsnoer uit het stopcontact.