Gebruiksaanwijzing
Positionering van de eindposities
9
Afstelling van de onderste eindpositie
1 Laat, alvorens het rolluikpantser/de zonwering verbonden wordt met de wikkelas, de motor in OMLAAG-richting draaien
tot deze automatisch uitschakelt.
2 Positioneer de wikkelas door het afstellen van de onderste eindpositie (afb.9) zó, dat het rolluikpantser/de zonwering
makkelijk bevestigd kan worden met de wikkelas of monteer de omhoog-schuifbeveiligingen volgens de aanwijzingen van
de fabrikant
Afstelling van de bovenste eindpositie
Zet de schakelaar op OMHOOG-richting. De motor loopt opwaarts en rolt het rolluik of het scherm op. Vergroot of verminder
het uitschakelpunt door aan de overeenkomstige afstelschroef te draaien.
Aanwijzing voor het gebruik met rolluiken
De lengte van het rolluikpantser mag de vensterhoogte plus de binnenhoogte van de rolluikkast nietover-
schrijden. Bij gebruik van omhoogschuifbeveiligingen mag het pantser in gesloten stand niet bovende
geleiderails uitsteken, omdat anders het gevaar bestaat, dat het scharnier tussen de twee bovenste-
lamellen te sterk belast wordt.Verwijder, om rekening te houden met eventuele lengtewijzigingen van
het rolluikpantser, de aanslag-winkelhaak of stopper aan de eindstrip. Beveilig de afzonderlijke lamellen
tegen zijdelings verschuiven.Let bij de inwerkingstelling en bij het latere gebruik op een vlotte en sto-
ringsvrije loop van het rolluik-pantser in OMHOOG- en OMLAAG-richting.
Functiecontrole
Laat als eindcontrole de zonwering nogmaals in beide richtingen tot aan de eindpositie lopen. Controleer, voor zover gemon-
teerd, het probleemloos functioneren van de omhoogschuifbeveiliging. Deze moet vastgeklikt zijn en het pantser tegen de
vensterbank drukken. De omhoogschuifbeveiliging moet de bovenste lamel in verticale positie tegen de rolluikkast drukken.
Aanwijzing
Beckerbuismotoren zijn vervaardigd voor kortstondig bedrijf (S2/KB 4 min.). Een ingebouwde thermi-
sche veiligheidsschakelaar voorkomt de oververhitting van de buismotor. Bij de inwerkingstelling (lange-
re rolluikpantsers, resp. langere looptijd) kan de thermische veiligheidsschakelaar geactiveerd worden.
Na een korte afkoelperiode is de installatie weer klaar voor gebruik.
De volledige inschakelduur wordt pas bereikt door de motor wanneer hij afgekoeld is tot op omgevings-
temperatuur. Vermijd een herhaaldelijke activering van de thermische veiligheidsschakelaar.
26