ONTVOCHTIGEN
Als het apparaat (vrijwel) uitsluitend als ontvochtiger wordt gebruikt, bre n g
dan n i e t de luchtafvoerslang aan en laat de warme lucht teru g s t romen in de
te ontvochtigen ruimte. U dient wel een waterafvoerslang op de afvoer
aan te brengen (zie hoofdstuk G).
Bij gebruik van de ontvochtigings functie kunt u geen gebruik maken van de
-toets: "Ventilatorsnelheid". Deze zal automatisch op 'middelste snelheid'
staan. Tevens kunt u de temperatuur niet meer instellen met de knoppen
en
.
LUCHTCIRCULATIE
In deze functie zal het apparaat alleen de lucht circ u l e ren. De ingaande lucht
wordt niet gekoeld of ontvochtigd, maar wel gefilterd.
Als het apparaat in deze functie ingesteld is kunt u de volgende handelingen
verrichten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Hoogste snelheid
Middelste snelheid
Laagste snelheid
Bij het uitschakelen van het apparaat zal de laatst ingestelde functie word e n
onthouden.
TIMER
Indien gewenst kunt u gebruik maken van de timer functie. Met deze functie
kunt u het apparaat op een vooraf ingestelde tijd laten in- of uitschakelen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
•
Inschakelen
-
Zorg ervoor dat het apparaat in de juiste functie staat:
-
Zet het apparaat uit door op
dat de stekker goed in het stopcontact zit.
-
Druk op de
-toets. Het lampje "Timer set" zal gaan knipperen.
-
Stel nu met de knoppen
-
Als de ingestelde tijd voorbij is zal het apparaat inschakelen.
•
Uitschakelen
-
Druk tijdens de werking van het apparaat op de
Het lampje "Timer set" zal gaan knipperen.
-
Stel nu met de knoppen
-
Als de ingestelde tijd voorbij is zal het apparaat uitschakelen.
-toets te drukken, zorg er wel voor
en
een tijd in tussen de 1 en 12 uur.
-toets.
en
een tijd in tussen de 1 en 12 uur.
,
of
.
1
81