Netaansluiting ................ 230 V~ 50 Hz
Nullastspanning ............................60 V
Krachtontneming ....... 3,8 kVA bij 100 A
Beveiliging (A) ..................................16
Gewicht ...................................... 4,7 kg
Lassen met omhulde staafelektro-
den:
Lasstroom ........................... 20 – 100 A
Inschakelduur X
30% ........................................... 100 A
60% ............................................. 70 A
100% ........................................... 55 A
WIG-lassen
Lasstroom ........................... 20 – 100 A
Inschakelduur X
30% ........................................... 100 A
60% ............................................. 70 A
100% ........................................... 55 A
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op
het kenplaatje overeenkomen met de
gegevens van het stroomnet, alvorens
het apparaat aan te sluiten.
Waarschuwing!
Trek altijd de stekker uit het stop-
contact voordat u het apparaat an-
ders instelt.
Aansluiting van de laskabels (fi g. 3)
Opgelet! Voer de aansluitwerkzaamhe-
den van de laskabels (8/9) alleen dan
uit, als het apparaat geïsoleerd is van
de voeding! Sluit de laskabels aan, zo-
als getoond in fi g. 3. Verbind hiertoe de
beide stekkers van de elektrodehouder
(8) en de massaklem (9) met de bijho-
rende snelkoppelingen (5/6) en zet de
TCIW_110_EX_BE_SPK7.indb 37
TCIW_110_EX_BE_SPK7.indb 37
NL
stekkers vast door ze met de klok mee
te draaien.
Bij het lassen met omhulde staafelek-
troden wordt de kabel met de elektrode-
houder (8) normaal gezien aangesloten
aan de pluspool (5), de kabel met de
massaklem (9) op de minpool (6).
In-/uitschakelen (fi g. 1/2)
Schakel het apparaat in door de Aan-/
Uitschakelaar (13) op "ON" te zetten.
Het controlelampje voor bedrijf (3) be-
gint te branden. Schakel het apparaat
uit door de Aan-/Uitschakelaar (13) op
"OFF" te zetten. Het controlelampje
voor bedrijf (3) dooft.
Opgelet! Voordat u het apparaat in-
schakelt, moet u echter controleren of
de omschakelaar elektrode/WIG-lassen
(14) is ingesteld op elektrode lassen.
Lasvoorbereidingen
De massaklem (9) wordt rechtstreeks
vastgemaakt aan het te lassen stuk of
aan de onderlaag, waarop het te lassen
stuk is neergezet.
Let op, zorg ervoor dat er een recht-
streeks contact bestaat met het te
lassen stuk. Mijd daarom gelakte op-
pervlakken en/of isolatiematerialen. De
elektrodehouderkabel heeft aan het uit-
einde een speciale klem, waarmee de
elektrode wordt vastgeklemd.
Het lasschild moet tijdens het lassen
altijd worden gebruikt. Het beschermt
de ogen tegen de door de lichtboog
veroorzaakte lichtstraling en staat toch
toe het te lassen materiaal te bekijken
(niet meegeleverd).
- 37 -
07.10.15 15:08
07.10.15 15:08