NEDERLANDS
[b] Aansluitingen volgens de voorschriften die afwijken van
de WRC-voorschriften, met gebruikmaking van
meegeleverde slangen (fig. 11)
1) Volg de instructies van 1) tot 4) zoals in [a] hierboven.
2) Voor condensoraansluitingen moet u de meegeleverde slangen
gebruiken en dezelfde aansluitingen maken als 1) tot en met 3),
zoals in [a] boven op de vrije uiteinden van de 1/2"-3/4" nippels
zoals aangegeven in fig. 11.
1/2"-3/4" nippel
Toevoerslang
Afvoerslang
6. STARTPROCEDURE
1) Sluit de voeding af.
2) Open de watertoevoer.
3) Sluit de voeding aan en zet de machine aan.
4) Het volgende moet in deze volgorde gebeuren:
a) De compressor start (heetgatklep open).
b) Waterbak opent volledig.
c) Waterklep opent.
d) Waterbak begint te sluiten (heetgasklep gesloten)
e) Waterbak volledig gesloten - pompmotor start.
f) Waterklep sluit.
BELANGRIJK
1. Controleer de staat en kwaliteit van het geproduceerde ijs.
2. Gebruik geen ijs dat in de proefdraai is geproduceerd. Het kan
verontreinigd zijn met ongewenste stoffen die zich in het
watercircuit bevonden. Gooi het weg, of spoel het door de
afvoer.
3. Reinig de opslagbak voorafgaande aan gebruik (zie "III. 1
REINIGING" in de gebruikshandleiding).
7. LAATSTE CONTROLES
1) Is de installatie lekvrij?
IJsmachine
Koelwaterinlaat
Rc 1/2"
Koelwaterafvoer
Rc 1/2"
Drinkwaterinlaat
G 3/4"
Afvoerslang
Bunker
Waterafvoer R 3/4"
Fig. 11
2) Is de ijsmachine trillingsvrij?
3) Zijn de panelen aangebracht en zitten ze vast?
4) Heeft de gebruiker instructies gehad over correct machinegebruik
en is de instructiehandleiding overhandigd?
16