5. De afvoerslang is te vinden aan de rechter
achterkant van de motor.
6. Plaats een opvangbak onder de olieafvoerslang.
7. Verwijder de olieaftapplug.
8. Laat de olie in de bak lopen.
9. Vervang en monteer de olieaftapplug.
10. Vul de motorolietank bij met nieuwe olie en
controleer het motoroliepeil opnieuw. Zie
motoroliepeil controleren op pagina 90 .
11. Breng de olietankdop en de peilstok aan.
Let op:
Voor veilig afvoeren van afgewerkte
Afvoeren op pagina 96 .
motorolie, zie
Het hydrostatische systeem
ontluchten
U moet het hydrostatische systeem regelmatig
ontluchten om een hoog geluidsniveau tijdens
gebruik, een hoge gebruikstemperatuur, schade aan
onderdelen, overmatige uitzetting van hydraulische
olie en verslechtering van de aandrijving te
voorkomen. De eerste keer dat het hydrostatische
systeem wordt ontlucht, moeten de aandrijfwielen
boven de grond worden gezet. U moet het
hydrostatische systeem ook ontluchten telkens
wanneer het voor onderhoud is geopend en wanneer
hydraulische olie is bijgevuld.
1. Controleer of het peil van de hydraulische olie
correct is.
2. Schakel de parkeerrem uit.
3. Schakel het aandrijfsysteem uit. Zie
aandrijfsysteem in- en uitschakelen op pagina
81 .
4. Start de motor en laat deze met een hoog
stationair toerental draaien. Zie
op pagina 82 .
5. Beweeg de besturingshendels ongeveer 5 of 6
keer langzaam naar voren en naar achteren.
Wanneer het hydrostatische systeem wordt
ontlucht, daalt het peil van de hydraulische olie.
6. Zet de gashendel in de stand voor stationair
Gashendel op pagina 72 .
draaien. Zie
1741 - 001 - 08.11.2021
7. Schakel het aandrijfsysteem in. Zie
8. Beweeg de besturingshendels 5 of 6 keer
9. Stop de motor.
10. Controleer het peil van de hydraulische olie en
11. Voer zo nodig de bovenstaande stappen
Onderhoud aan de hydrostatische
transmissie uitvoeren
Het
•
•
•
•
•
•
•
Het
•
De motor starten
Smering, algemene informatie
•
•
•
aandrijfsysteem in- en uitschakelen op pagina
81 .
langzaam naar voren en naar achteren.
vul indien nodig hydraulische olie bij.
opnieuw uit tot het hydrostatische systeem
volledig is ontlucht. Wanneer het product correct
werkt, is alle lucht uit het hydrostatische systeem
verwijderd.
OPGELET:
garantiereparaties moeten uitvoeren,
dienen over een goedkeuring te
beschikken alvorens onderhoud aan een
hydrostatische transmissie uit te voeren,
tenzij de servicedealer een erkend
servicecentrum is voor het merk
transmissie waaraan onderhoud wordt
uitgevoerd.
Controleer het oliepeil in de expansietanks. Als
de motor koud is, zorg er dan voor dat het peil in
de tanks bij FULL COLD staat.
Controleer de aandrijfriem, de geleidepoelies en
de veren van de geleiderol. Controleer of de
aandrijfriem tractie heeft en of de spanning
correct is.
Controleer de koelventilator van de transmissie
op gebroken of verbogen schoepen.
Verwijder gras, bladeren en vuil.
Controleer de parkeerrem en het stangenstelsel
van het voertuig om er zeker van te zijn dat ze
goed werken.
Controleer het stangenstelsel van de
voertuigregeling dat verbonden is met de
richtingsregelarm op de aandrijflijn.
Zorg ervoor dat de besturingsarm correct is
bevestigd aan de draaitap van de aandrijflijn.
Controleer het omloopmechanisme op het
stangenstelsel van de aandrijflijneenheid om er
zeker van te zijn dat het draait en volledig
ontgrendelt.
Verwijder de contactsleutel om te voorkomen dat
de machine tijdens het smeren onbedoeld gaat
draaien.
Gebruik motorolie bij het smeren met een
oliekan.
Gebruik bij het smeren met vet een chassis- of
kogellagervet dat corrosie voorkomt. Verwijder
overtollig vet na het smeren.
Het
Servicedealers die
91