Télécharger Imprimer la page

Gardena 1867 Mode D'emploi page 29

Sonde d'humidité
Masquer les pouces Voir aussi pour 1867:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Wanneer het LED-lampje
(4)
elke 5 seconden rood knippert, zijn de batterijen
leeg en moeten worden vervangen.
Wanneer het LED-lampje
(4)
rood brandt is er sprake van een fout
(zie 7. STORINGEN VERHELPEN).
Netsnoer aansluiten [ afb. I5 ]:
1. Verbind het netsnoer
(5)
met de stekker
sensor.
2. Verbind het netsnoer met de besproeiingsbesturing.
Aanwijzingen:
– Leg het snoer plat neer om verwondingen en beschadigingen te voor-
komen.
– Zet het snoer indien nodig vast met GARDENA haringen art. 4090
(toebehoren voor GARDENA robotmaaier).
– Leg het snoer in de grond in een zandbed om beschadiging door stenen
te voorkomen.
– Het netsnoer kan met het GARDENA verlengsnoer art. 1868 (10 m)
worden verlengd tot een totale lengte van 105 m.
Kies de juiste standplaats:
Juiste standplaats:
De sensor moet op een plaats in de besproeiingszone worden gezet waar
deze aan dezelfde klimatologische omstandigheden (zon, wind, regen, enz.) is
blootgesteld als de planten waarvan de toestand moet worden weerge geven.
Verkeerde standplaats:
De sensor mag niet door aangrenzende planten worden afgedekt. Voorkom
dat de sensor in de schaduw staat.
1867-20.960.01.indb 29
Om verkeerde resultaten die ontstaan door opgestuwd water uit te sluiten,
mag de sensor niet in laaggelegen gedeelten worden geplaatst.
Sensor in de grond planten [ afb. I6 ]:
(6)
van de bodemvochtigheids-
1. Schep de grond
2. Maak de uitgeschepte grond
3. Wanneer de grond
4. Vul de trechter weer losjes op met de losgemaakte, vochtige grond
5. Steek de sensor tot aan de onderkant (bovenkant in het maaiveld)
6. Druk de grond
7. Giet rond de directe omgeving van de sensor ca. 1 liter water.
Sluit het GARDENA Micro­Drip­System aan:
Om ervoor te zorgen dat de verspreide hoeveelheid water bij gebruik
van het GARDENA Micro-Drip-System door de sensorpunt wordt
geregistreerd, moet er een druppelaar direct boven de meetvoeler
worden aangebracht.
LET OP!
De sensorpunt van de meetvoeler meet de vochtigheid van de
grond alleen op de juiste wijze, wanneer alle vlakken van de
sensorpunt door de grond worden geraakt! Er mag zich geen
ingesloten lucht rond de sensorpunt in de grond bevinden.
(7)
er trechtervormig ten minste 12 cm diep uit.
(7)
los en verwijder eventuele stenen.
(7)
te droog is, moet deze worden bevochtigd.
van de bodemvochtigheidsvoeler
(9)
Daarbij moet de sensorpunt
aan alle kanten in contact komen met de
vochtige grond.
(7)
rond de bodemvochtigheidsvoeler
De sensor mag niet los in de grond zitten.
Afhankelijk van de grondsoort kan het wel enkele uren duren voordat
de sensor de werkelijke vochtigheid van de grond registreert.
(7)
.
(8)
in de losgemaakte grond.
(8)
licht aan.
29
16.11.20 09:08

Publicité

loading