NL - 61.504 -
GEBRUIKERS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
2011 - GEB1102VT
- veiligheidsthermostaat bij electrische verwarming (SC.4914)
Uitvoering 32 : plafondmodel met omkasting - luchtwisselkast
muur
het basismodel heeft volgende onderdelen :
1. chassis
2. warmtewisselaar
3. motor-ventilatorgroep
4. uitblaasrooster, bevindt zich vooraan
indien zonder koelbatterij : kan ook onderaan geplaatst
worden
5. omkasting
6. filter
7. luchtwisselkast
8. binnenluchtaanzuigrooster
9. afstandsbediening
opties :
- electrische bijverwarming
- condensaatopvangbak : nodig indien met koelbatterij
- veiligheidsthermostaat bij electrische verwarming (SC.4914)
- servomotor (SC.4911)
- antivriesthermostaat (SC.4912)
- buitenluchtaanzuigrooster
Uitvoering 33 : plafondmodel met omkasting - luchtwisselkast dak
het basismodel heeft volgende onderdelen :
1. chassis
2. warmtewisselaar
3. motor-ventilatorgroep
4. uitblaasrooster, bevindt zich vooraan
indien zonder koelbatterij : kan ook onderaan geplaatst
worden
5. omkasting
6. filter
7. luchtwisselkast
8. binnenluchtaanzuigrooster
9. afstandsbediening
opties :
- electrische bijverwarming
- condensaatopvangbak : nodig indien met koelbatterij
- veiligheidsthermostaat bij electrische verwarming (SC.4914)
- servomotor (SC.4911)
- antivriesthermostaat (SC.4912)
- dakkap
Uitvoering 41 : plafondmodel voor inbouw
het basismodel heeft volgende onderdelen :
1. chassis
2. warmtewisselaar
3. motor-ventilatorgroep
4. uitblaasrooster met inlegkader
6. filter
9. afstandsbediening
opties :
- electrische bijverwarming
- condensaatopvangbak : nodig indien met koelbatterij
- veiligheidsthermostaat bij electrische verwarming (SC.4914)
- binnenluchtaanzuigrooster
- soepele verbinding voor aansluiting tussen ventilo en
uitblaasrooster
Uitvoering 42 : plafondmodel voor inbouw - luchtwisselkast
VENTILO-CONVECTOREN
het basismodel heeft volgende onderdelen :
1. chassis
2. warmtewisselaar
3. motor-ventilatorgroep
4. uitblaasrooster met inlegkader
6. filter
7. luchtwisselkast
aanzuiging zowel onderaan als bovenaan
9. afstandsbediening
opties :
- electrische bijverwarming
- condensaatopvangbak : nodig indien met koelbatterij
- veiligheidsthermostaat bij electrische verwarming (SC.4914)
- binnenluchtaanzuigrooster
- soepele verbinding voor aansluiting tussen ventilo en
uitblaasrooster
- servomotor (SC.4911)
- dakkap
III. AFMETINGEN
zie pagina 522-524
IV. MONTAGE
IV.1. Belangrijke informatie
A. Draagkracht oppervlakte
Bij wand– of plafondmontage altijd de betrouwbaarheid van de
wand– of plafondconstructie controleren.
Geschikte bevestigingsmiddelen kiezen aan de hand van het
gewicht van het ventilo-convector en de gesteldheid van het
montageoppervlak.
Raadpleeg een specialist of architect.
B. Ophangplaats
Bij het kiezen van een montageplaats moeten volgende elementen in
acht genomen worden :
- de minimale en maximale ophanghoogte
Raadpleeg het ingenieursbureau.
IV.2. Montage ventilo-convector
- indien met omkasting : verwijder eerst de omkasting
• verwijder de filter
bij plafondmodel : schroef eerst de schroeven van de
filterhouder los
• verwijder de eventuele aanzuigrooster
• verwijder het uitblaasrooster
schroef hiervoor de 4 schroeven van het uitblaasrooster los
• omkasting afnemen
schuif hiervoor de omkasting ca. 3 cm in de richting van het
uitblaasrooster, en verwijder ze
- bevestig het chassis aan de wand of het plafond
• Bij het wandmodel, indien zonder voeten, moet de onderkant
van de ventilo-convector minimum 130 mm van de grond
opgehangen worden. Bij plafondmodel moet de afstand tussen
de aanzuigrooster en de muur minimum 130 mm zijn.
• De nodige gleuven voor vasthechting met schroeven of
keilbouten zijn voorzien in de rugzijde van het chassis.
• zorg dat de ventilo-convector stabiel ophangen wordt
• de ventilo-convector moet waterpas opgehangen worden