GEBRUIKSAANWIJZING
DE MOBIELE STARTBOOSTER GEBRUIKEN - GEFORCEERD STARTEN BIJ ACCU'S MET EEN
SPANNING DIE LAGER IS DAN 6 V
De modus "GEFORCEERD STARTEN" is geschikt wanneer u een voertuig moet starten waarvan
de accu leeg, erg leeg en onderbroken is. EEN AANTAL VEILIGHEIDSFUNCTIES ZIJN UITGE-
SCHAKELD. PAS GOED OP TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE STARTBOOSTER.
• Controleer of de startbooster uitgeschakeld is.
• Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de
negatieve klem aangesloten.
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de uitgangskabel
met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
• Verwissel de polen nooit. Als de polen worden verwisseld kan dat explosies, schade aan het voertuig,
het product en personen veroorzaken.
• Als de RODE led gaat branden wil dat zeggen dat de polen zijn verwisseld.
• Koppel de klemmen van het voertuig en sluit ze op de juiste manier aan.
• Controleer of de kabels van de startbooster zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en
de brandstofleiding bevinden.
• Druk 7 seconden op de START/STOP knop. De blauwe led gaat branden en op het display verschijnt
het knipperende opschrift "STRT". Vanaf nu zijn een aantal beschermingen uitgeschakeld.
• Start de motor binnen 30 seconden.
• Na 30 seconden gaat de startbooster automatisch uit.
• LET OP! SCHAKEL DE STARTBOOSTER METEEN NADAT DE MOTOR IS GESTART UIT EN
KOPPEL DE KLEMMEN LOS.
• Om de startbooster uit te schakelen moet u op de START/STOP-knop drukken.
• Koppel eerst de uitgangskabel met zwarte klem (-) van de massa van het voertuig en berg hem
meteen op zijn plaats op.
• Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu en berg hem meteen
op zijn plaats op.
Blijf het niet proberen als het niet lukt om het voertuig bij de eerste pogingen te starten. Voordat u
opnieuw probeert te starten laat u de startbooster minstens 3 minuten rusten, om te voorkomen dat hij
beschadigd raakt.
• Laad de startbooster altijd na elk gebruik op.
DE MOBIELE STARTBOOSTER GEBRUIKEN - STROOMVOORZIENINGSTOESTEL VAN DE 12V
"MEMORY SAVER" AUTOGEHEUGENBEVEILIGING
Op de modus "MEMORY SAVER" ZIJN EEN AANTAL VEILIGHEIDSFUNCTIES UITGESCHAKELD.
PAS GOED OP TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE STARTBOOSTER.
• Controleer of de startbooster uitgeschakeld is.
• Controleer altijd de spanning van de accu van het voertuig.
• Als het voltage van de startbooster en de spanning van de installatie van de auto niet met elkaar o
vereenkomen, kan dat explosies, schade aan het voertuig, de startbooster en personen veroorzaken.
• Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de
negatieve klem aangesloten.
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de uitgangskabel
met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan. Vanaf nu zijn een aantal
beschermingen uitgeschakeld
• Verwissel de polen nooit. Als de polen worden verwisseld kan dat explosies, schade aan het
voertuig, het product en personen veroorzaken.
• Als de RODE led gaat branden wil dat zeggen dat de polen zijn verwisseld.
• Koppel de klemmen van het voertuig en sluit ze op de juiste manier aan.
• Controleer of de kabels van de noodstarthulp zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en
de brandstofleiding bevinden.
• Druk 5 seconden op de START/STOP knop. De blauwe en de gele led gaan branden en op het display
verschijnt het opschrift "MEMO".
• Ga verder met de geplande activiteiten.
• Wanneer u klaar bent, drukt u op de START/STOP-knop om de startbooster uit te schakelen.
48
NL