GEBRUIKSAANWIJZING
DE MOBIELE STARTBOOSTER OPLADEN
Laad de startbooster meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 8 uur op. Als de
startbooster niet wordt gebruikt, laadt u hem om de twee maanden 8 uur op. Zo blijft de interne accu
perfect werken.
• Verzeker u ervan dat er geen apparaat op de startbooster is aangesloten.
• Controleer het laadniveau van de accu op de voltmeter "Voltage" met behulp van de TESTKNOP:
• Groen "Full" accu 100% geladen
• Geel "Med" accu ongeveer 60% geladen
• Rood "Low" accu ongeveer 30% geladen
• Wanneer de wijzer van de voltmeter het groene gebied niet bereikt, laadt u de accu van de startbooster op.
• Sluit de oplader op het stopcontact van het 230V elektriciteitsnet aan.
• Steek de stekker van de oplader in de laadbus "Input Charge" aan de voorkant van de startbooster.
• Gebruik alleen de bijgeleverde oplader.
• Laat de startbooster nadat hij is opgeladen niet gedurende lange tijd aan de oplader gekoppeld.
• Gebruik de startbooster niet terwijl hij wordt opgeladen.
INTERNE 9V HULPACCU VAN DE MOBIELE STARTBOOSTER
De startbooster is voorzien van een 9V hulpaccu, die onmisbaar is bij de voeding van de controleprocessor.
Vervang de accu wanneer het alarm "Err 5" gaat branden.
Open het klepje aan de achterkant van de behuizing van de startbooster om hem te vervangen, ver-
wijder de accu, koppel de polen los en breng een nieuwe accu aan.
Sluit het klepje weer.
DE MOBIELE STARTBOOSTER GEBRUIKEN - VOERTUIGEN STARTEN
• Controleer of de startbooster uitgeschakeld is.
• Als het voltage van de startbooster en de spanning van de installatie van de auto niet met elkaar
overeenkomen, kan dat explosies, schade aan het voertuig, de startbooster en personen veroorzaken.
• Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de
negatieve klem aangesloten.
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) op de positieve pool van de accu en de
uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
• Verwissel de polen nooit. Als de polen worden verwisseld kan dat explosies, schade aan het
voertuig, het product en personen veroorzaken.
• Als de RODE led "Reverse" gaat branden wil dat zeggen dat de polen zijn verwisseld.
• Koppel de klemmen van het voertuig en sluit ze op de juiste manier aan.
• Controleer of de kabels van de startbooster zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen
en de brandstofleiding bevinden.
• Druk op de START/STOP knop. De blauwe led gaat branden en op het display verschijnt het opschrift "STRT".
• Start de motor binnen 30 seconden.
• Na 30 seconden gaat de startbooster automatisch uit.
• Als de startbooster niet wordt ingeschakeld wanneer u op de Start-toets drukt, heeft de accu van
het voertuig waarschijnlijk een lagere spanning dan de 6 Volt die nodig zijn om de beschermingen in
te schakelen. Om het voertuig te starten moet in dat geval op de modus "GEFORCEERD STARTEN"
worden overgegaan, die in het volgende punt wordt beschreven.
• Om de startbooster uit te schakelen moet u op de START/STOP-knop drukken.
• Koppel eerst de uitgangskabel met zwarte klem (-) van de massa van het voertuig en berg hem
meteen op zijn plaats op.
• Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu en berg hem meteen
op zijn plaats op.
Blijf het niet proberen als het niet lukt om het voertuig bij de eerste pogingen te starten. Voordat u
opnieuw probeert te starten laat u de startbooster minstens 3 minuten rusten, om te voorkomen dat hij
beschadigd raakt.
• Laad de startbooster altijd na elk gebruik op.
NL
47